7 zinnen met «zonnige»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord zonnige en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Toen ze op die zonnige zaterdag 13 september 1986 de mijn binnengingen, had Dwayne bijna twee uur ondersteboven gelegen. »
• « Op een zonnige oktoberochtend leek mijn man Milt zich sterker te voelen, dus reed ik hem naar onze boerderij. »
• « Bijna 40 miljoen binnenlandse en internationale reizigers bezoeken de staat jaarlijks, aangetrokken door het aangename, zonnige klimaat. »
• « In het noorden van het zonnige schiereiland zijn er prachtige heuvels, pittoreske dorpjes en mooie rivieren. »
• « De zeebries en de zonnige dagen kunnen ook uw energie vernieuwen en zelfs uw stemming verbeteren. »