6 zinnen met «televisie»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord televisie en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « In 1972, toen ik bij de televisie begon, verwachtten veel van de mannen met wie ik werkte dat hun vrouwelijke werknemers blindelings aan al hun bevelen gehoorzaamden. »
• « Pas toen hij de televisie aanzette, besefte hij dat de eerste programma's van de dag voorbij waren en dat het 10.30 uur was. »
• « Waar wij ook zijn, de wereld dwingt ons de hele tijd radio of televisie aan te zetten, te telefoneren en films te bekijken. »
• « De jongen liep met tegenzin naar de vrouw toe, die druk televisie zat te kijken. Na ongeveer 15 minuten zag Carla haar vriend alleen op een bankje zitten. »
• « Plotseling werden ze benaderd door Michael Teicher, die werkte voor een bedrijf dat honkbalhoogtepunten op televisie laat zien. Teicher haalde twee kaartjes uit zijn zak en gaf ze aan hem. »