6 zinnen met «trainen»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord trainen en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Ondanks mijn grote wens om de hond goed te trainen, begon ik een vreemde vreugde te voelen als hij rende. »
• « Met halters van één tot vier kilo kunt u alle spieren van het lichaam trainen, zonder dat u daarvoor het huis uit hoeft. »
• « Als je geen zin hebt om te trainen, trek dan tenminste je trainingskleren aan of zet de trainingsband op de televisie. »
• « Elke soldaat moest ook regelmatig kunnen trainen met zijn mede hoplieten, want manoeuvres in de dichtbevolkte falanx vergden veel oefening en coördinatie. »
• « Een specifieke militaire "technologie" die de Arabieren met groot succes gebruikten, waren kamelen: geen enkele andere cultuur was zo bedreven in het trainen en gebruiken van kamelen als de Arabieren. »