7 zinnen met «onroerend»
Voorbeeldzinnen en -zinnen met het woord onroerend en andere woorden die daarvan zijn afgeleid.
• « Later, toen Ricker terugkeerde naar het onroerend goed, nam hij Cabrera aan als directeur van zijn bedrijf. »
• « Wat de bliksem geeft, neemt hij ook weer weg: elk jaar ontstaan er miljoenen bosbranden en wordt er voor miljoenen dollars aan onroerend goed vernield. »
• « Een regering van bezitters van onroerend goed nam de macht over onder een nieuw "Directorium" in 1795, dat de prijscontroles afschafte en een einde maakte aan de mislukte poging om de natie te ontkerstenen. »
• « De liberalen geloofden ook in de wenselijkheid van een gekozen parlement, zij het met een beperkt electoraat: bijna overal vonden de liberalen van die tijd dat alleen mensen die aanzienlijke hoeveelheden onroerend goed bezaten mochten stemmen, waardoor (zo dachten zij) de sociale stabiliteit gewaarborgd zou zijn. »
• « Tegelijkertijd kwamen de bezitters van onroerend goed, de "bourgeoisie", onder druk te staan. In het klimaat van het nieuwe kapitalisme, van ongereguleerde markten en felle concurrentie, was het verschrikkelijk gemakkelijk om achterop te raken en failliet te gaan. De voormalige leden van de bourgeoisie moesten daarom het onderspit delven en werden zelf proletariërs. »
• « De electoraten waren bijna altijd beperkt tot bezitters van onroerend goed, en nergens in die electoraten kwamen tot in de 20e eeuw vrouwen voor, maar toch vertegenwoordigden zij een belangrijke verschuiving naar een sleutelelement van de liberale politiek. »