Zwartharige vachtegel

De Oostelijke Langsnuitschildpad (Zaglossus bartoni), ook bekend als Barton's Langsnuitschildpad, is een van de drie soorten van het geslacht Zaglossus. Zij komen alle drie voor in Nieuw-Guinea. Hij komt hoofdzakelijk voor in Papoea-Nieuw-Guinea tussen 2000 en 3000 meter boven de zeespiegel.

Hij onderscheidt zich van de andere leden van het geslacht door het aantal klauwen aan de voor- en de achterpoten. Hij heeft vijf klauwen aan zijn voorpoten en vier aan zijn achterpoten. Het volwassen dier weegt tussen 5 kg en 10 kg. Zijn lichaamslengte varieert van 60-100 cm (23.5-39 inches). Hij heeft geen staart. Hij heeft een dichte zwarte pels. De soort is de grootste monotreem en beweegt zich traag. Ter verdediging rolt hij zich op tot een stekelige bal.

Er zijn vier erkende ondersoorten:

  • Z. bartoni bartoni
  • Z. bartoni clunius
  • Z. bartoni smeenki
  • Z. bartoni diamondi

De populatie van elke ondersoort is geografisch geïsoleerd en zij kunnen hoofdzakelijk worden onderscheiden door verschillen in lichaamsgrootte.

Vragen en antwoorden

V: Wat is de oostelijke langsnavelmierenegel?


A: De oostelijke langsnuitmaki is een soort mierenegel van het geslacht Zaglossus die voorkomt in Nieuw-Guinea.

V: Waar komt de oostelijke langsnuitneus voor?


A: De oostelijke langsnuitneus komt voornamelijk voor in Papoea-Nieuw-Guinea op hoogtes tussen 2000 en 3000 meter boven de zeespiegel.

V: Hoe kunt u de oorsnuitmaki onderscheiden van andere leden van zijn geslacht?


A: De oostelijke langsnuitmier kan van andere leden van zijn geslacht worden onderscheiden door het aantal klauwen aan zijn voor- en achterpoten. Hij heeft vijf klauwen aan zijn voorpoten en vier aan zijn achtervoeten.

V: Wat is de grootte van een volwassen ogersnuitdolf?


A: Een volwassen ogersnuitkever weegt tussen 5 kg en 10 kg en heeft een lichaamslengte van 60-100 cm.

V: Wat is het belangrijkste verdedigingsmechanisme van de oorsnuitmaki?


A: De oostelijke langsnuitneus rolt zich ter verdediging op tot een stekelige bal.

V: Hoeveel ondersoorten van de oosterlangsnavels zijn er?


A: Er zijn vier erkende ondersoorten van de oostelijke langsnuitmaki: Z. bartoni bartoni, Z. bartoni clunius, Z. bartoni smeenki en Z. bartoni diamondi.

V: Hoe kunnen de verschillende ondersoorten van de Oostelijke Langsnavelmier worden onderscheiden?


A: De verschillende ondersoorten van de oostelijke langsnuitmier kunnen voornamelijk worden onderscheiden door verschillen in lichaamsgrootte en geografische isolatie.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3