Houmets
"Houmet" verwijst hierheen, voor meer informatie over het plaatsnaamelement, zie "-hou"
Les Houmets liggen ten oosten van Guernsey op de Kanaaleilanden. Hun naam komt van hou, een Normandisch/Guernésiais woord dat eilandjes betekent. Het zijn getijdeneilanden.
Onder de eilandjes bevinden zich Houmet Benest/Houmet Benêt, Houmet Paradis en Houmet Hommetol (Omptolle). Hoewel Victor Hugo suggereert dat ze sterk geërodeerd zijn door afgravingen (wat zeker waar was in het geval van Crevichon bij Herm), is Victor Coysh het daar niet mee eens:
Kaart van Les Houmets
Victor Hugo
Victor Hugo, die in zijn boeken veel over de Kanaaleilanden schreef, beschreef Les Houmets in De zwoegers van de zee (Les Travailleurs de la mer). Gilliat, de hoofdpersoon, woont op Houmet Paradis:
"Dit huis werd de Bû de la Rue genoemd. Het stond op de punt van een landtong, of liever van een rots, die een kleine aparte haven vormde in de kreek van Houmet Paradis. Het water was hier erg diep. Dit huis stond helemaal alleen op de punt, bijna buiten het land, met net genoeg grond voor een kleine tuin. De hoge vloeden overspoelden soms de tuin. Tussen de haven van St. Sampson en de kreek van Houmet Paradis rijst een steile heuvel op, bekroond door een blok torens bedekt met klimop, en bekend als het kasteel van Vale, of het kasteel van l'Archange; zodat, in St. Sampson, de Bû de la Rue aan het zicht onttrokken werd..."
Bovendien had dit huis, naast Gilliat, nog meer nare bewoners,
"De plattelandsbewoners vertelden hoe, tegen het einde van de grote Revolutie, een vrouw, met een klein kind, op Guernsey kwam wonen. Zij was een Engelse vrouw, althans, zij was niet Frans. Ze had een naam die door de uitspraak van Guernsey en de slechte spelling van de plattelandsmensen uiteindelijk was veranderd in 'Gilliatt'... In deze periode spookte het in het huis van de Bû de la Rue. Al meer dan dertig jaar had niemand het bewoond. Het raakte in verval. De tuin, die zo vaak door de zee werd overspoeld, kon niets meer voortbrengen. Behalve geluiden en lichten die men er 's nachts zag, had het huis deze geheimzinnige eigenaardigheid: wie er 's avonds op de schoorsteenmantel een bol kamgaren, een paar naalden en een met soep gevuld bord achterliet, zou 's morgens zeker de soep opgedronken, het bord leeg en een paar gebreide wanten aantreffen. Het huis, inclusief de demon, werd te koop aangeboden voor een paar pond sterling. De vreemde vrouw werd de koper, kennelijk verleid door de duivel, of door de voordelige koop.
"Ze deed meer dan het huis kopen, ze ging er met het kind wonen en vanaf dat moment heerste er vrede binnen de muren. De Bû de la Rue heeft een geschikte huurder gevonden, zeiden de mensen van het platteland. Het rondspoken hield op. Er was geen licht meer te zien behalve dat van de vetkaars van de nieuwkomer. Een kaars van een heks is net zo goed als een fakkel van de duivel. Het spreekwoord bevredigde de roddels van de buurt...
"Vandaag zou het zinloos zijn om te zoeken naar de inham van Houmet Paradis, naar Gilliat's huis en naar de kreek waar hij de boot beschutte. De Bû de la Rue bestaat niet meer. Het kleine schiereiland waar dit huis stond is gevallen onder de pikhouweel van de vernietigers van de zeekliffen en is geladen, karrenvracht, karrenvracht, op de schepen die toebehoren aan de handelaren in rotsen en graniet... Deze hele rotsrichel is al lang geleden naar Londen gebracht."
De roman is geschreven in de jaren 1860 en speelt zich af in de jaren 1820 toen de eilanden nog bewoond waren.
De eilandjes
Houmet Benest/Benêt ligt ongeveer tweehonderd yards (180 m) van de kust. Het is driehoekig, en 80 × 50 yards (73 × 45 m) groot. Er staat hier een 18e eeuwse geschutsbatterij, ter verdediging tegen de Fransen. De Duitse bezetting voegde haar eigen batterij toe, en de Britten nog een nadat de Duitsers vertrokken waren. Het stoomschip Clarrie zonk bij Houmet Benêt in 1921, in de Great Roussel. Heathery Brae probeerde het in 1952 te bergen, maar leed uiteindelijk zelf schipbreuk, en ook de wrakken van Vixen (een brik), Rescue (een sleepboot) en Romp (een kotter) zijn hier aan land gegaan. Het is begroeid met gras en braamstruiken.
Houmet Paradis, het huis van de fictieve Gilliat, heette oorspronkelijk Houmet de l'Eperquerie, omdat het werd gebruikt voor het ontdoen van vis en het drogen van vis op stellages die bekend staan als perques (baarzen). Het was vroeger eigendom van de familie Collas, wier landgoed in Paradis het eilandje zijn nieuwe naam gaf. In de jaren 1920 werd het gebruikt voor de winning van delfstoffen, en het werd ook gebruikt voor het weiden van vee, en er is veel gras. In 1951 werd het verkocht aan James Watson uit Newcastle upon Tyne voor 500 pond, die het eiland onder het rentmeesterschap van de National Trust of Guernsey plaatste. Het bleef in de familie tot 2004 toen het op een veiling werd verkocht door de kleinzoon van James Watson (die ook James Watson heet en op Alderney woont) aan een lokaal consortium om het eiland als natuurreservaat in stand te houden.
Hommetol, door de Ordnance Survey e.d. meer Omptolle genoemd, wordt gebruikt voor het verzamelen van ormer. Het is meestal bedekt met spaarzaamheid.
Vragen en antwoorden
V: Wat zijn de Houmets?
A: De Houmets zijn eilandjes ten oosten van Guernsey op de Kanaaleilanden.
V: Wat is de betekenis van het woord "Hou" in het Normandisch/Guernésiais?
A: "Hou" in het Normandisch/Guernésiais betekent eilandjes.
V: Welke eilandjes maken deel uit van de Houmets?
A: Houmet Benest/Houmet Benêt, Houmet Paradis en Houmet Hommetol (Omptolle) behoren tot de eilandjes van de Houmets.
V: Zijn de Houmets getijdeneilanden?
A: Ja, de Houmets zijn getijdeneilanden.
V: Wie beweert dat de Houmets zwaar geërodeerd zijn door steenwinning?
A: Victor Hugo suggereert dat de Houmets zwaar geërodeerd zijn door steenwinning.
V: Is Crevichon bij Herm zwaar geërodeerd door steenwinning?
A: Ja, Crevichon bij Herm is zeker zwaar geërodeerd door steenwinning.
V: Is Victor Coysh het eens met Victor Hugo's suggestie over de Houmets?
A: Nee, Victor Coysh is het niet eens met Victor Hugo's suggestie over de Houmets.