Allotropen van ijzer
IJzer is het meest gebruikte voorbeeld van een metaal met allotropen. Deze allotropen zijn α-ijzer, ook wel ferriet genoemd, γ-ijzer, ook wel austeniet genoemd, en δ-ijzer, dat geen andere naam heeft. Bij hogere temperaturen bestaat ε-ijzer, dat hexaferrum wordt genoemd. Er zijn aanwijzingen voor een vijfde vorm, maar het bestaan ervan is niet bewezen.
Delta-ijzer is ijzer onder 1538°C. Austeniet ontstaat wanneer ijzer verder afkoelt, tot 1394°C. Beta ferriet ijzer is de term voor ijzer dat paramagnetisch is. Alpha ijzer is al het ijzer onder 912°C. Epsilon ijzer ontstaat boven 10 GigaPascal en onder 100°K.
Vragen en antwoorden
V: Wat zijn allotropen van ijzer?
A: Allotropen van ijzer zijn verschillende vormen van ijzer die bij verschillende temperaturen en drukken bestaan.
V: Hoeveel allotropen van ijzer zijn er?
A: Er zijn vier allotropen van ijzer bekend, namelijk α-ijzer, γ-ijzer, δ-ijzer en ε-ijzer.
V: Wat is de andere naam voor α-ijzer?
A: De andere naam voor α-ijzer is ferriet.
V: Wat is de andere naam voor γ-ijzer?
A: De andere naam voor γ-ijzer is austeniet.
V: Wat is de vorm van ijzer die onder 1538°C bestaat?
A: De vorm van ijzer die onder 1538°C bestaat heet delta ijzer.
V: Wat is beta ferriet ijzer?
A: Bètaferriet ijzer is een term die gebruikt wordt voor ijzer dat paramagnetisch is.
V: Wat is alfa-ijzer?
A: Alfa-ijzer is al het ijzer onder 912°C.