Algemene intelligentie factor
De algemene intelligentiefactor, vaak afgekort tot g, is een constructie uit de psychologie. Het is de gemeenschappelijke factor in intelligentietests. Het is het resultaat van het meten van intelligentie op verschillende manieren.
Charles Spearman, een vroege statisticus en psycholoog, ontdekte dat de cijfers van schoolkinderen voor niet-verwante vakken sterk aan elkaar gerelateerd waren. Dat wil zeggen, kinderen die goed waren in het ene vakgebied (zoals lezen) waren ook goed in een ander vakgebied (zoals wiskunde). Hij stelde vervolgens voor dat deze verbanden de invloed van een dominante factor weerspiegelden, die hij g voor "algemene" intelligentie noemde. Hij ontwikkelde een model waarbij alle variatie in intelligentietestscores door twee factoren kan worden verklaard. De eerste is de factor die specifiek is voor een individuele mentale taak: de individuele vermogens die een persoon vaardiger maken in een bepaalde cognitieve taak dan in een andere. De tweede is g, een algemene factor die de prestaties op alle cognitieve taken regelt.
Na 120 jaar cognitieve testen is gs centrale rol nog steeds een zinvolle maatstaf. Er zijn ook andere modellen voorgesteld, en er bestaat een aanzienlijke controverse over g en de alternatieven.
Een illustratie van Spearman's twee-factor intelligentie theorie. Elk klein ovaaltje is een hypothetische mentale test. De blauwe gebieden tonen de variantie toegeschreven aan s, en de paarse gebieden de variantie toegeschreven aan g
Vragen en antwoorden
V: Wat is de algemene intelligentiefactor?
A: De algemene intelligentiefactor, ook bekend als g, is een construct uit de psychologie dat de gemeenschappelijke factor is in intelligentietests.
V: Wie identificeerde als eerste de algemene intelligentiefactor en hoe?
A: Charles Spearman, een statisticus en psycholoog, identificeerde de factor algemene intelligentie voor het eerst. Hij ontdekte dat de cijfers van schoolkinderen over ongerelateerde onderwerpen sterk aan elkaar gerelateerd waren en stelde voor dat deze relaties de invloed van een dominante factor weerspiegelden, die hij g voor "algemene" intelligentie noemde.
V: Wat is het resultaat van het meten van intelligentie op verschillende manieren?
A: Intelligentie op verschillende manieren meten resulteert in de factor algemene intelligentie, of g, die de gemeenschappelijke factor is in intelligentietests.
V: Welke factoren verklaren alle variatie in de scores van intelligentietests volgens het model van Spearman?
A: Volgens het model van Spearman kan alle variatie in de scores van intelligentietests verklaard worden door twee factoren: de factor die specifiek is voor een individuele mentale taak en g, een algemene factor die de prestaties op alle cognitieve taken bepaalt.
V: Hoe lang is g al een zinvolle maat in cognitieve tests?
A: Na 120 jaar cognitieve testen is de centrale rol van g nog steeds een zinvolle maat.
V: Zijn er andere modellen voorgesteld om de scores van intelligentietests te verklaren?
A: Ja, er zijn ook andere modellen voorgesteld om scores op intelligentietests te verklaren.
V: Bestaat er controverse over g en zijn alternatieven?
A: Ja, er is een aanzienlijke controverse over g en zijn alternatieven.