Hypermodernisme
De hypermodernen waren een school van schakers die enkele principes van schaakopeningen wilden heroverwegen. De naam werd hen gegeven door de Pools-Franse grootmeester Tartakower.
Het kernidee was, als reactie op de oudere ideeën van SiegbertTarrasch, om de controle over het centrum met subtielere methoden te betwisten. Terwijl de oude theorie was om het centrum onmiddellijk met twee of drie pionnen te bezetten, concentreerden de hypermodernen zich meer op het aanvallen van het centrum van de tegenstander. Een karakteristieke eerste zet was 1Nf3 met wit, of 1...Nf6 met zwart, vooral als antwoord op 1d4. Op 1e4 gaven ze de voorkeur aan een asymmetrische verdediging zoals 1...e6 of 1...c5 in plaats van het klassieke antwoord 1...e5.
Nimzovich was de oprichter, en Alekhine, Tartakower, Réti, Grünfeld, en Bogolyubov namen allen deel. Allen waren topgrootmeesters in de jaren 1920 en 1930. Verscheidene moderne openingen danken hun populariteit aan deze groep: Alekhine's Verdediging (1e4 Nf6); Réti's Opening (1Nf3); de Koningsindische Verdediging (1d4 Nf6 2c4 g6 3Nc3 Bg7); de Grünfeld Verdediging (1d4 Bf6 2c4 g6 3Nc3 d5) en de Moderne Verdediging (1...g6). p178
Vragen en antwoorden
V: Wie waren de hypermoderns?
A: De hypermoderns waren een school van schaakspelers die de principes van schaakopeningen wilden herzien.
V: Wie gaf hen hun naam?
A: De Pools-Franse grootmeester Tartakower gaf de hypermodernen hun naam.
V: Wat was het kernidee van de hypermodernen?
A: Het belangrijkste idee van de hypermodernen was om de controle over het centrum te betwisten met subtielere methodes.
V: Hoe benaderden de hypermodernen de bezetting van het centrum?
A: De hypermodernen concentreerden zich meer op het aanvallen van het centrum van de tegenstander, in tegenstelling tot de oudere theorie om het centrum meteen met twee of drie pionnen te bezetten.
V: Welke grootmeesters maakten deel uit van de hypermoderne groep?
A: De oprichter van de hypermodernen was Nimzovich, en Alekhine, Tartakower, Réti, Grünfeld en Bogolyubov deden allemaal mee.
V: Welke moderne openingen danken hun populariteit aan de hypermoderne groep?
A: Verschillende moderne openingen danken hun populariteit aan de hypermoderne groep, waaronder Alekhine's Verdediging (1e4 Nf6), Réti's Opening (1Nf3), de Indische Koningsverdediging (1d4 Nf6 2c4 g6 3Nc3 Bg7), de Grünfeld Verdediging (1d4 Bf6 2c4 g6 3Nc3 d5), en de Moderne Verdediging (1...g6).
V: Wat was de eerste zet die de voorkeur had van de hypermoderns met Wit? En Zwart?
A: De hypermodernen gaven de voorkeur aan 1Nf3 met Wit en 1...Nf6 met Zwart, vooral als antwoord op 1d4. Op 1e4 gaven ze de voorkeur aan een asymmetrische verdediging zoals 1...e6 of 1...c5 in plaats van het klassieke antwoord 1...e5.