Aanbodeconomie
Economie aan de aanbodzijde (vaak aangeduid als 'trickle-down economics') is een theorie dat als de belastingen op de rijkste mensen in de samenleving zouden worden verlaagd, de rijken hun extra geld zouden gebruiken om te investeren in de economie, maar als de belastingen zouden worden verhoogd, de rijken het land zouden verlaten en ergens anders zouden investeren waar de belastingtarieven lager zijn. Mensen die de aanbodzijde van de economie ondersteunen, geloven dat belastingen de productiviteit bestraffen en als ze verlaagd zouden worden, zouden de mensen meer goederen en diensten produceren. Veel voorstanders van de aanbodzijde van de economie steunen ook zaken als beperkte overheidsuitgaven, lage inflatie en het minder reguleren van de economie.
Econoom Arthur Laffer ondersteunde de economie aan de aanbodzijde met een theorie die Laffer Curve wordt genoemd. De theorie stelde dat de overheid geen geld zal krijgen als de belastingen te hoog zouden zijn en dat de overheid niet genoeg geld zou krijgen als de belastingen te laag zouden zijn. De theorie stelde ook dat als de belastingen te hoog waren, de economie minder productief zou zijn en dat het de overheid minder geld zou geven en dat als de belastingen laag waren, de economie productief zou zijn en de overheid meer geld zou krijgen.
De economie aan de aanbodzijde werd gebruikt terwijl Ronald Reagan in de jaren tachtig van de vorige eeuw president was. De inkomstenbelasting van de rijkste Amerikanen werd tijdens zijn twee termijnen verlaagd van 70% naar 50% tot 28%. Ook de vermogenswinstbelasting werd verlaagd. Voorstanders van de aanbodzijde van de economie vermelden dat deze belastingverlagingen hebben geleid tot economisch herstel in de jaren tachtig en de sterke economische boom in de jaren negentig en het eerste decennium van de 21e eeuw.
Critici van de aanbodzijde van de economie zeggen dat de rijken veel geld verdienen in de hoop dat een heel klein deel ervan naar de armen zal doorsijpelen, en ze noemen het voodoo-economie. Veel critici zeggen dat het economisch beleid aan de aanbodzijde slecht is omdat het leidt tot een grotere kloof tussen de rijken en de armen. Ze bekritiseren ook dat de verlaging van de belastingen resulteert in het snijden van programma's voor de arme mensen die het nodig hebben. Andere critici wijzen erop dat grote bezuinigingen op de belastingen aan de aanbodzijde, in combinatie met verhogingen van de militaire uitgaven, hebben geresulteerd in een grote schuldenlast voor de overheid.
Vragen en antwoorden
V: Wat is aanbodzijde-economie?
A: Economie aan de aanbodzijde, ook bekend als trickle-down economie, is een theorie die stelt dat als de belastingen voor de rijkste mensen in de samenleving worden verlaagd, zij hun extra geld zullen gebruiken om te investeren in de economie.
V: Wat geloven aanhangers van aanbodzijde-economie?
A: Aanhangers van aanbodzijde-economie geloven dat belastingen de productiviteit bestraffen en dat mensen meer goederen en diensten zouden produceren als ze werden verlaagd. Zij zijn ook voorstander van beperkte overheidsuitgaven, lage inflatie en minder regulering van de economie.
V: Wie ondersteunde de aanbodzijde-economie met een theorie die de Laffer-curve wordt genoemd?
A: De econoom Arthur Laffer steunde de aanbodzijde-economie met een theorie die de Laffer-curve werd genoemd.
V: Hoe werd de aanbodzijde-economie gebruikt tijdens het presidentschap van Ronald Reagan?
A: Tijdens het presidentschap van Ronald Reagan in de jaren tachtig werden de inkomstenbelastingen voor de rijkste Amerikanen verlaagd van 70% naar 50% tot 28%, en de vermogenswinstbelastingen werden verlaagd.
V: Wat zeggen voorstanders van economisch beleid aan de aanbodzijde?
A: Voorstanders van economisch beleid aan de aanbodzijde vermelden dat die belastingverlagingen hebben geleid tot economisch herstel in de jaren tachtig en de sterke economische boom in de jaren negentig en het eerste decennium van de 21e eeuw.
V: Welke kritiek is er op dit beleid?
A: Critici van economisch beleid aan de aanbodzijde zeggen dat het leidt tot een grotere kloof tussen rijk en arm doordat rijke mensen meer geld krijgen zonder dat er veel doorsijpelt naar armere individuen of gezinnen. Zij bekritiseren ook dat belastingverlaging leidt tot bezuinigingen op programma's voor degenen die dat het meest nodig hebben. Bovendien wijzen critici erop dat grote belastingverlagingen in combinatie met hogere militaire uitgaven hebben geleid tot een staatsschuld.
V: Wat is voodoo-economie?
A: Voodoo-economie is een andere term voor Supply Side Economics, die suggereert dat belastingverlaging voor rijke personen of bedrijven ertoe leidt dat er geld doorsijpelt naar armere personen of gezinnen, hoewel dit zelden gebeurt.