Hypnose
Hypnose is "een trance toestand die gekenmerkt wordt door extreme suggestibiliteit, ontspanning en verhoogde verbeelding". Het is een veranderde staat van bewustzijn.
Meestal praat de ene persoon (de "hypnotiseur") met de andere (het "subject") op een speciale manier die het subject in trance brengt. Terwijl het onderwerp zich in deze toestand bevindt, kan hij worden beïnvloed door suggesties. De hypnotiseur kan hem vertellen dat hij zijn naam moet vergeten, of dat de kamer heet is (hij zal gaan zweten), of dat hij iemand anders is. Hypnotische suggesties kunnen door een hypnotiseur in het bijzijn van het onderwerp worden gegeven, of kunnen zelf worden toegediend ('zelf-suggestie' of 'autosuggestie'). Het gebruik van hypnose voor therapeutische doeleinden wordt 'hypnotherapie' genoemd, terwijl het gebruik ervan als een vorm van vermaak voor een publiek bekend staat als 'toneelhypnose'.
In tegenstelling tot een populaire misvatting - hypnose is een vorm van bewusteloosheid die lijkt op slaap - suggereert een aantal hedendaags onderzoek dat hypnotische subjecten volledig wakker zijn en de aandacht richten, met een overeenkomstige afname van hun perifere bewustzijn. De proefpersonen vertonen ook een verhoogde reactie op suggesties. Het gedrag van proefpersonen onder hypnose gaat echter zo ver voorbij aan de normale gerichte aandacht dat de beschrijving van "veranderde staat van bewustzijn" meer gebruikt wordt.
Jean-Martin Charcot, van het ziekenhuis Salpêtrière, Parijs, demonstreert hypnose op een patiënt die wordt ondersteund door zijn assistent.
Reclameaffiche van 1857: "Onmiddellijke slaap. Diverse effecten van verlamming, gedeeltelijke en volledige catalepsie, gedeeltelijke of volledige aantrekkingskracht. Phreno-magnetische effecten... Muzikale extase... Ongevoeligheid voor fysieke pijn en onmiddellijk ontwaken... transfusie van magnetische kracht naar anderen..."
Media afspelen Fotografische studies in Hypnose, Abnormale Psychologie (1938)
Hypnotherapie
Hypnotherapie is wanneer een hypnotiseur hypnose gebruikt om het onderwerp emotioneel te helpen genezen, of om een zieke geest te genezen. Hypnotherapie is hypnose die gebruikt wordt voor therapie.
Hypnose kan ook worden gedaan door één persoon die alleen handelt. Dan treedt hij op als hypnotiseur en als subject. Dit wordt "zelfhypnose" genoemd, of soms "autosuggestie". In sommige gevallen is dit gewoon een vorm van trance.
Geschiedenis
Oude samenlevingen
Bijna elke premoderne samenleving had praktijken die enigszins leken op hypnose. Vaak voerde een speciaal persoon in een samenleving (heksendokter, sjamaan, priester...) een ceremonie uit. De ceremonie kon gebruik maken van bezweringen (spreuken), gezangen, repetitieve muziek, bewustzijnsveranderende stoffen, duisternis, vuur en andere omgevingen. Het doel was om een persoon of groep in een veranderde gemoedstoestand te brengen als een trance. Zelfs geletterde samenlevingen zoals het oude Griekenland hadden fenomenen die suggereren dat er sprake was van hypnose. Het Delphicaanse orakel was in een soort trance toen ze haar beroemde voorspellingen uitsprak. Of dat nu zelfhypnose was of alleen de effecten van vulkanisch gas zal nooit bekend zijn.
westerse samenlevingen
Er lijken veel ideeën te zijn over hoe de hypnose is begonnen. Historische records in het moderne Europa beginnen met het werk van Franz Mesmer, hoewel hij het woord 'hypnose' niet heeft uitgevonden. Mesmer en zijn volgelingen beoefenden wat eerst 'dierlijk magnetisme' werd genoemd, en later mesmerisme. Beschrijvingen van zijn werk laten er geen twijfel over bestaan dat hij voor zichzelf had ontdekt wat we nu 'hypnose' noemen.
De woorden hypnose en hypnose komen allebei voort uit de term neuro-hypnose (nerveuze slaap) die de Schotse chirurg James Braid rond 1841 bedacht heeft. Braid baseerde zijn praktijk op die ontwikkeld door, maar verschilde in zijn theorie over hoe de procedure werkte.
De belangrijkste ontdekkingen van hypnose kwamen in 1842 toen Braid meer begon te leren over de effecten ervan. Hij dacht niet dat 'mesmerisme' de oorzaak van de hypnose was, en uiteindelijk dacht hij dat trances slechts een 'nerveuze slaap' waren. In 1843 schreef hij hierover een boek met de titel Neurypnologie. In dit boek beschreef Vlecht het hypnotisme als een toestand van lichamelijke ontspanning die gepaard gaat met en geïnduceerd wordt door mentale concentratie ('abstractie').
Methode
Hypnose wordt gebruikt om angsten, verslavingen, emotionele problemen, pijnbestrijding, stress, enzovoort te behandelen.
De hypnotiseur moet twee dingen doen om hypnose te doen. Ten eerste moet hij het onderwerp in trance brengen. Ten tweede moet hij het onderwerp door het tranceproces leiden (voor therapie, of welk effect dan ook). Vaak zal hij daartussen wisselen, eerst zorgen dat het onderwerp in de juiste gemoedstoestand is, en dan hem door het proces leiden. Deze stappen worden in een cyclus herhaald.
In trance neemt het onderwerp geen beslissingen over de waarheid van de suggesties van de hypnotiseur: Als de trance is bereikt - het is niet altijd - zal het onderwerp alles wat de hypnotiseur zegt als waar accepteren, tenzij het tegen de diepste overtuigingen van het onderwerp ingaat. Dit is de kern van de hypnose: het onderwerp in trance brengen zodat hij suggesties zal accepteren.
Toneelhypnotiseurs krijgen echt verbazingwekkende effecten van goede onderwerpen: ze kunnen hen hun namen laten vergeten, geloven dat ze iemand anders zijn, hen mensen laten zien die er niet zijn, hen letters of cijfers laten vergeten, enzovoorts. Dit gebeurt omdat het onderwerp actief de suggesties van de hypnotiseur volgt, omdat hij de hypnotiseur vertrouwt en hij gelooft dat het veilig is. Als het vertrouwen verbroken is of het onderwerp gelooft dat het niet veilig is, kan het onderwerp uit de trance komen.
Hypnose is niet echt een kracht die in de hypnotiseur rust. In plaats daarvan rust de macht in de geest van het onderwerp. De hypnotiseur weet eenvoudigweg hoe hij het onderwerp in trance moet brengen.
Vragen en antwoorden
V: Wat is hypnose?
A: Hypnose is een veranderde bewustzijnstoestand die gekenmerkt wordt door extreme suggestibiliteit, ontspanning en verhoogd voorstellingsvermogen.
V: Wie is er meestal betrokken bij hypnose?
A: Eén persoon, de hypnotiseur, praat op een speciale manier tegen een andere persoon, de proefpersoon, waardoor de proefpersoon in trance raakt.
V: Wat gebeurt er met de proefpersoon tijdens een hypnotische toestand?
A: Het onderwerp kan door suggesties beïnvloed worden. De hypnotiseur kan de proefpersoon vertellen dat hij zijn naam moet vergeten, of dat de kamer warm is (waardoor de proefpersoon kan gaan zweten), of dat hij iemand anders is.
V: Hoe kunnen hypnotische suggesties gegeven worden?
A: Hypnotische suggesties kunnen worden gedaan door een hypnotiseur in aanwezigheid van de proefpersoon, of ze kunnen zelf worden gedaan.
V: Hoe wordt het gebruik van hypnose voor therapeutische doeleinden genoemd?
A: Het gebruik van hypnose voor therapeutische doeleinden wordt hypnotherapie genoemd.
V: Wat is het verschil tussen hypnotherapie en podiumhypnose?
A: Hypnotherapie wordt gebruikt voor therapeutische doeleinden, terwijl podiumhypnose wordt gebruikt voor entertainment voor een publiek.
V: Zijn hypnotische proefpersonen volledig bewusteloos tijdens hypnose?
A: Nee, in tegenstelling tot de populaire misvattingen, suggereert hedendaags onderzoek dat hypnotische proefpersonen volledig wakker zijn en hun aandacht richten, met een overeenkomstige afname van hun perifere bewustzijn. Proefpersonen vertonen ook een verhoogde respons op suggesties. Het gedrag van proefpersonen onder hypnose gaat echter zo ver voorbij normale gefocuste aandacht dat de beschrijving van "veranderde bewustzijnstoestand" meer gebruikt wordt.