Wet van het Minimum
De wet van het minimum, ook wel Liebigs wet van het minimum genoemd, is een wet over de groei van planten. Zij stelt dat de groei van een plant wordt beperkt door de hulpbron die het meest schaars is, en niet door de totale hoeveelheid beschikbare hulpbronnen. De wet is ook gebruikt om de groei van populaties te voorspellen.
Wassily Leontief (1905-1999) formuleerde een soortgelijke regel voor de economie: hij staat tegenwoordig bekend als Leontief-productiefunctie.
Liebig's vat
Dobenecks gebruikte het beeld van een vat - vaak "Liebigs vat" genoemd - om de wet van Liebig uit te leggen. In een vat, met duigen van ongelijke lengte, wordt de capaciteit van het vat bepaald door de kortste duig. Dit geldt ook voor de groei van een plant: die wordt beperkt door de voedingsstof die het kortst beschikbaar is.
Als een systeem aan de wet van het minimum voldoet, zal aanpassing de belasting van verschillende factoren gelijktrekken, omdat de aanpassingsmiddelen zullen worden toegewezen ter compensatie van de beperking. Aanpassingssystemen handelen als de kuiper van Liebigs vat en verlengen de kortste duig om de capaciteit van het vat te verbeteren. In goed aangepaste systemen moet de beperkende factor immers zoveel mogelijk worden gecompenseerd. Deze observatie volgt het concept van grondstoffenconcurrentie en fitnessmaximalisatie.
Als gevolg van de wet van het minimum paradoxen, als we de wet van het minimum in kunstmatige systemen waarnemen, dan zal onder natuurlijke omstandigheden aanpassing de belasting van verschillende factoren egaliseren en kunnen we een schending van de wet van het minimum verwachten. Omgekeerd, als kunstmatige systemen een aanzienlijke schending van de wet van het minimum vertonen, kunnen we verwachten dat onder natuurlijke omstandigheden aanpassing deze schending zal compenseren. In een beperkt systeem zal het leven zich aanpassen als een evolutie van wat daarvoor kwam.
Het vat van Liebig