Nomenclatuur van de opleidingsniveaus

De Nomenclature des niveaux de formation (in het Engels nationale classificatie van opleidingsniveaus) wordt gebruikt, met name voor statistische doeleinden, om de door iemand voltooide opleiding te meten. In Frankrijk worden gewoonlijk twee classificaties gebruikt: De nomenclature des niveaux de formation (nationale classificatie van opleidingsniveaus), in 1969 opgesteld door de Commission statistique nationale (nationale commissie voor de statistiek), en de International Standard Classification of Education (ISCED), in 1997 gevalideerd door de UNESCO en gebruikt voor internationale vergelijkingen.

De eerste wordt gebruikt door het Franse Ministerie van Nationaal Onderwijs, maar ook door het Franse arbeidsbureau, om werkzoekenden naar opleidingsniveau in te delen, en door INSEE voor de volkstelling, ...



Nationale classificatie van opleidingsniveaus (1969)

Deze indeling, die gebaseerd is op die van 1967, verwijst naar een vaardigheidsniveau (verantwoordelijkheid in dienstverband).

Niveau V

Personeelsleden met een functie waarvoor normaliter een opleiding vereist is die gelijkwaardig is aan de "brevet d'études professionnelles" (BEP) of het "certificat d'aptitude professionnelle" (CAP), en bij gelijke geschiktheid aan het "certificat de formation professionnelle des adultes" (CFPA).

Dit niveau komt overeen met een volledige kwalificatie voor de uitoefening van een specifieke activiteit, met de bekwaamheid om instrumenten en technieken die daarmee verband houden, te gebruiken. Deze activiteit behelst hoofdzakelijk de uitvoering van een werk dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de bijbehorende technieken.

Niveau IV

Personeelsleden met een controlerende functie of een functie van hooggeschoold arbeider die kunnen aantonen te beschikken over een opleidingsniveau dat gelijkwaardig is aan het niveau van het brevet professionel (BP), het brevet de technicien (BT), het baccalauréat professionel of het baccalauréat technologique.

Een graad van niveau IV vereist meer theoretische kennis dan het vorige niveau. Deze activiteit omvat hoofdzakelijk technische werkzaamheden die zelfstandig kunnen worden verricht en/of uitvoerende begeleiding (controle) impliceren.

Niveau III

Personeelsleden met een functie waarvoor normaliter een Diplôme universitaire de technologie (DUT) of een Brevet de technician supérieur (BTS) vereist is of die het einddiploma van een hogere universitaire opleiding hebben. Een graad van niveau III komt overeen met het kennis- en vaardigheidsniveau, maar mist de kennis van de wetenschappelijke basis van de betrokken gebieden. De vereiste bekwaamheden en kennis zorgen ervoor dat men in staat is om zelfstandig of onafhankelijk te werken aan verantwoordelijkheden op het gebied van ontwerp en/of coaching en/of management.

Niveau II

Personeel met een functie op het niveau van het middenkader waarvoor normaliter een opleiding op het niveau van een bachelor of een eerstejaars master vereist is.

Op dit niveau houdt de praktijk van een arbeidsovereenkomst of zelfstandige in dat men de wetenschappelijke grondslagen van het beroep kent, hetgeen in het algemeen leidt tot zelfstandigheid bij de uitoefening van deze activiteit.

Niveau I

Personeel met een functie in het middenkader waarvoor normaliter een opleiding boven het niveau van de eerstejaars master vereist is.

Naast een sterke kennis van de wetenschappelijke basis van het werk vereist een niveau I kennis van procesontwerp en onderzoek.




AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3