Parable of Drawing in the Net
De gelijkenis van het trekken in het net is een gelijkenis van Jezus die in het Nieuwe Testament staat in Mattheüs 13:47-52. Het is een gelijkenis over het laatste oordeel. Het is de zevende en laatste gelijkenis in het hoofdstuk dat begon met de gelijkenis van de zaaier.
Jan Luyken schets van de parabel van het sleepnet.
Wat Jezus zei
De parabel:
Nogmaals, het koninkrijk van de hemel is als een net dat in het meer werd uitgezet en waarin allerlei vissen werden gevangen. Toen het vol was, trokken de vissers het aan de oever omhoog. Toen gingen ze zitten en verzamelden de goede vissen in manden, maar gooiden de slechte weg. Zo zal het ook gaan aan het einde van het tijdperk. De engelen zullen komen en de slechten van de rechtvaardigen scheiden en hen in de vurige oven werpen, waar geween en tandengeknars zal zijn. Heb je dit alles begrepen? vroeg Jezus. Ja, antwoordden zij. Hij zei tot hen: Daarom is iedere leraar van de wet die onderricht is over het Koninkrijk der hemelen als de eigenaar van een huis die uit zijn voorraadkamer zowel nieuwe als oude schatten haalt.
- Mattheüs 13:47-52
Wat het betekent
Het is, net als De tarwe en de tarwe en De schapen en de geiten, een gelijkenis over het laatste oordeel. Hier moeten de eetbare vissen worden gescheiden van de oneetbare vissen nadat ze met een net zijn gevangen.
Vier van zijn discipelen waren vissers en Jezus sprak met beelden die zij begrepen. Omdat het een gelijkenis is over het einde der tijden, kan een moderne interpretatie worden overwogen, waarbij het net het internet voorstelt. Jezus' volgende woorden over oude en nieuwe schatten gaven aan dat hij wel degelijk een toekomstige tijd voor ogen had. In die tijd "tonen ware leraren van het koninkrijk de schat van het koninkrijk voor iedereen zichtbaar."