TAT-1
TAT-1 (Transatlantic No. 1) was de eerste onderzeese transatlantische telefoonkabel. Hij werd aangelegd tussen Oban, Schotland en Clarenville, Newfoundland. Tussen 1955 en 1956 werden twee kabels gelegd. Eén kabel voor elke richting. Hij werd in gebruik genomen op 25 september 1956. De kabel kon 35 gelijktijdige telefoongesprekken voeren. Een 36e kanaal werd gebruikt om tot 22 telegraaflijnen te dragen.
Geschiedenis
De eerste trans-Atlantische telegraafkabel was in 1858 gelegd (zie Cyrus West Field). Deze werkte slechts een maand, maar werd in 1866 vervangen door een succesvolle verbinding. In 1927 werd een op radio gebaseerde trans-Atlantische telefoondienst gestart. Het kostte 9 pond voor drie minuten. Een telefoonkabel werd toen besproken. Maar het was niet praktisch tot een aantal technologische ontwikkelingen in de jaren 1940.
De ontwikkelingen die TAT-1 mogelijk maakten waren coaxiale kabel, polyethyleen isolatie, zeer betrouwbare vacuümbuizen voor de onderwaterrepeaters en een verbetering van de draagapparatuur. Transistors werden niet gebruikt, omdat zij een recente uitvinding waren met een onbekende levensduur.