Hopliet
Een hopliet was een burgersoldaat van de oude Griekse stadstaten. Het belangrijkste wapen van een hopliet was zijn speer. Ze vochten dicht bij elkaar in een zogenaamde phalanx formatie. In een phalanx beschermde het schild van elke man zichzelf en gaf ook enige bescherming aan de rechterarm van de man links van hem.
Het woord "hopliet" komt van het type van het schild dat door de soldaten wordt gebruikt. In latere teksten wordt de term hopliet gebruikt om elke gepantserde infanterie aan te duiden, ongeacht de bewapening of etniciteit.
Het pantser van een hopliet is inbegrepen:
Een hopliet was meestal een vrije burger die zijn eigen harnas en wapens kreeg. In de meeste Griekse stadstaten kregen de burgers een militaire basistraining en dienden ze een tijdje in het staande leger. Er werd van hen verwacht dat ze deelnamen aan een militaire campagne wanneer ze werden opgeroepen om dienst te doen. De Lacedemonische burgers (Sparta) stonden bekend om hun levenslange gevechtstraining en hun bijna mythische militaire dapperheid, terwijl hun grootste tegenstanders, de Atheners, pas na het zestigste jaar van hun leven werden vrijgesteld van de dienstplicht.
De phalanx, en dus het pantser, werd getraind om als een team te werken. Een phalanx had de neiging om 8 rijen of meer diep te zijn, elke rij met een leider, en een officier die de orde in de achterhoede bewaarde. De eerste rijen staken op hun tegenstanders af, en probeerden tegelijkertijd hun positie te behouden. De rangen achter hen ondersteunden hen met hun speren en de massa van hun schilden duwden hen zachtjes, niet om hen in de vijand te dwingen, maar om hen stabiel en op hun plaats te houden. Op bepaalde punten zou een bevel worden gegeven om een aantal stappen vooruit te zetten.
In de strijd zou een falanx de neiging hebben om naar rechts te drijven (omdat hoplieten zich achter het schild van hun buurman wilden houden). De zwakke plek op een falanx was aan de rechterkant, waar de vrije armen onbeschermd waren door schilden. De meest ervaren hoplieten werden vaak aan de rechterkant van de phalanx geplaatst, om deze problemen tegen te gaan.
Hoplieten getoond in twee aanvalsposities, met zowel een bovenhandse als een onderhandse stuwkracht.
Een hopliet van Alkimachos, op een zolderkleurige vaas, ~460 voor Christus. Het schild heeft een gordijn als bescherming tegen pijlen.
Vragen en antwoorden
V: Wat was het belangrijkste wapen van een hopliet?
A: Het belangrijkste wapen van een hopliet was de speer.
V: Hoe vochten hoplieten in de strijd?
A: Hoplieten vochten dicht bij elkaar in een zogenaamde falanxformatie. In deze formatie beschermde het schild van elke man zichzelf en gaf het ook enige bescherming aan de rechterarm van de man links van hem.
V: Wat voor harnas droeg een hopliet?
A: Een hopliet droeg een helm met gezichtsbedekking, lichaamspantser, scheenplaten (beenpantser), zwaard en speer.
V: Wie leverde zijn eigen harnas en wapens?
A: Een hopliet leverde gewoonlijk zijn eigen harnas en wapens.
V: Hoe stonden de Spartanen bekend om hun militaire dapperheid?
A: De burgers van Sparta stonden bekend om hun levenslange gevechtstraining en militaire dapperheid.
V: Hoe werkte de falanx als een team in de strijd?
A: De eerste rij stak naar hun tegenstanders terwijl ze probeerden in dichte formatie te blijven. De rijen daarachter ondersteunden hen met hun speren en duwden hen zachtjes met hun schilden, niet om hen in de vijand te dwingen maar om hen in positie te houden. Op bevel van een officier deed de falanx een bepaald aantal stappen voorwaarts.
V: Waarom werden ervaren hoplieten aan de rechterkant van de falanx geplaatst?
A: Ervaren hoplieten werden vaak aan de rechterkant van de falanx geplaatst omdat die kwetsbaarder was dan de linkerkant omdat ze niet beschermd werden door naburige schilden.