Lichtmicroscoop
Een lichtmicroscoop werkt als een brekingstelescoop, behalve dat het voorwerp zich zeer dicht bij de objectieflens bevindt. Het te bestuderen voorwerp, bijvoorbeeld een piepklein organisme dat zo klein is dat het op een stipje lijkt, wordt op een objectglaasje gelegd, meestal een plat stuk glas. De klemmen op de vlakke tafel van de microscoop houden het objectglaasje op zijn plaats. De tafel kan worden versteld om meer licht toe te voegen. Het beweegt ook om verschillende lagen van het object scherp in beeld te brengen. De gebruiker kijkt door het oculair van de microscoop. Een spiegel onderaan de microscoop weerkaatst de lichtstralen naar het object door een opening in de tafel. Objectieve lenzen vergroten het beeld, dat nog groter wordt wanneer het door de oculairlenzen wordt gezien. Sommige lichtmicroscopen zijn eigenlijk digitale camera's, gemaakt om kleine dingen te fotograferen, maar zonder oculair.
Veel microscopen, die vaak in hogescholen en universiteiten worden gebruikt, hebben gewoonlijk een topvergroting van 40x met de mogelijkheid van 4x en 8x. Hiermee kan de microscoop basiscellen en andere zaken tonen. Andere kunnen honderden of duizenden keren vergroten.
Vroege monoculaire lichtmicroscoop.
Componenten
Alle moderne optische microscopen die zijn ontworpen voor het bekijken van preparaten met doorvallend licht, hebben dezelfde basisonderdelen van de lichtweg, hier opgesomd in de volgorde waarin het licht er doorheen gaat. Ook bijna alle microscopen hebben dezelfde "structurele" onderdelen:
- Oculairlens (oculair) (1)
- Objectief torentje of revolver of draaibaar neusstuk (om meerdere objectieven vast te houden) (2)
- Doelstelling (3)
- Scherpstelwiel om de scène te verplaatsen (4 - grove afstelling, 5 - fijne afstelling)
- Frame (6)
- Lichtbron, een lamp of een spiegel (7)
- Diafragma en condensorlens (8)
- Stadium (om het monster te houden) (9)
Deze vermeldingen zijn genummerd volgens de afbeelding hiernaast.
Moderne monoculaire transmissie microscoop, met genummerde onderdelen
Een objectieflens van een microscoop; links 100x, en een oculairlens; rechts 10x
Alternatieven
Optische microscopen kunnen geen dingen laten zien die kleiner zijn dan lichtgolven, vanwege de diffractielimiet. Microscopen die kleinere dingen kunnen zien zijn onder andere:
- Atoomkrachtmicroscoop (AFM)
- Rasterelektronenmicroscoop (SEM)
- Scanning ion-geleidingsmicroscopie (SICM)
- Scanningtunnelingmicroscoop (STM)
- Transmissie-elektronenmicroscopie (TEM)
- Ultravioletmicroscoop
- Röntgenmicroscoop
Vragen en antwoorden
V: Hoe werkt een lichtmicroscoop?
A: Een lichtmicroscoop werkt als een brekingstelescoop waarbij het object heel dicht bij de objectieflens is.
V: Waarvoor wordt een objectglaasje in een lichtmicroscoop gebruikt?
A: Een objectglaasje wordt gebruikt om het te bestuderen object vast te houden, bijvoorbeeld een klein organisme.
V: Hoe wordt het objectglaasje op zijn plaats gehouden op de tafel van de microscoop?
A: De klemmen op de vlakke tafel van de microscoop houden het objectglaasje op zijn plaats.
V: Wat kan de gebruiker doen door de tafel van een microscoop aan te passen?
A: Door de tafel aan te passen kan de gebruiker meer licht toevoegen en verschillende lagen van het object scherp in beeld brengen.
V: Hoe speelt de spiegel aan de onderkant van een microscoop een rol bij het observeren van een object?
A: De spiegel reflecteert lichtstralen omhoog naar het object door een gat in de tafel.
V: Wat is de functie van objectieve lenzen in een microscoop?
A: Objectieve lenzen vergroten het beeld van het geobserveerde object.
V: Welk vergrotingsbereik is er beschikbaar voor een lichtmicroscoop die vaak gebruikt wordt op universiteiten en middelbare scholen?
A: De grootste vergroting voor veel microscopen die op universiteiten en middelbare scholen gebruikt worden is 40x, met de optie van 4x en 8x.