Tiende Amendement van de Grondwet van de Verenigde Staten
Het Tiende Amendement (Amendement X) op de Grondwet van de Verenigde Staten, dat deel uitmaakt van de Bill of Rights, werd op 15 december 1791 geratificeerd. Het helpt het concept van federalisme, de verhouding tussen federale en deelstaatregeringen, te verklaren. Het Tiende Amendement stelt duidelijk dat alle resterende bevoegdheden die door de grondwet niet aan de federale regering zijn gedelegeerd, zijn voorbehouden aan de staten of aan het volk.
Tekst
"De bevoegdheden die door de Grondwet niet aan de Verenigde Staten zijn gedelegeerd, noch door de Grondwet aan de staten zijn verboden, zijn voorbehouden aan de staten, respectievelijk aan het volk.
Bevoegdheden niet gedelegeerd
Het enige doel van het Tiende Amendement was om duidelijk het machtsevenwicht aan te geven tussen de federale en de staatsregeringen zoals dat in de Grondwet was vastgelegd. Het was bedoeld om elke vrees weg te nemen dat de nieuwe nationale regering zou streven naar extra bevoegdheden die de staten dan niet volledig zouden kunnen gebruiken.
In Bond v. United States (2011) was Carol A. Bond op grond van de federale Chemical Weapons Implementation Act van 1998 veroordeeld voor een plaatselijke aanval met een chemisch irriterend middel (een chemische stof die brandwonden op de huid veroorzaakt). De advocaten van Bond voerden aan dat de federale wet bedoeld was voor terroristen en schurkenstaten. In plaats daarvan had hij volgens de staatswet vervolgd moeten worden. In een unanieme beslissing vernietigde het Hooggerechtshof de beslissing van de lagere rechtbank en stuurde de zaak terug. Rechter Anthony Kennedy schreef: "Bond heeft de status om de federale wet aan te vechten op grond van het feit dat de maatregel ingrijpt in de bevoegdheden die zijn voorbehouden aan de staten..., etc."
