Jim Webb

Vroege leven

Webb werd geboren in St. Joseph, Missouri. Zijn vader, James Henry Webb, diende bij de luchtmacht van de Verenigde Staten. Zijn moeder, Vera Lorraine Hodges, was huisvrouw. Zijn familie stamde af van Iers-Schotse immigranten. Webb ging naar vele scholen in de V.S. en in Engeland. Hij groeide op in Bellevue, Nebraska.

Webb is afgestudeerd aan de University of Southern California, Georgetown University Law Center en aan de United States Naval Academy.

Vroege carrière

Commissie Veteranenzaken (1977-1981)

Van 1977 tot 1981 werkte Webb in de staf van de Commissie Veteranenzaken van het Huis. In deze periode vertegenwoordigde hij ook veteranen pro bono. Webb gaf ook les aan de marine-academie en werd bekritiseerd om een artikel uit 1979 in het tijdschrift Washingtonian, getiteld "Women Can't Fight" (zie "Verkiezing voor de Senaat" hieronder).

Onderminister van Defensie voor Reservezaken (1984-1987)

Tijdens de Reagan-regering was Webb van 1984 tot 1987 's lands eerste Assistant Secretary of Defense for Reserve Affairs.

In zijn tijd als onderminister probeerde Webb het Korps Mariniers te reorganiseren. Hij maakte zich ernstig zorgen over de wanorde waarin de mariniers na Vietnam terecht waren gekomen: drugsgebruik, raciale onenigheid en een laag moreel binnen het korps gaven hem de indruk dat het niet langer Amerika's belangrijkste strijdmacht was.

Webb in de jaren '80

Secretaris van de Marine van de Verenigde Staten (1987-1988)

In 1987 werd hij minister van de marine en werd daarmee de eerste afgestudeerde aan de marineacademie die aan het hoofd van de marine kwam te staan. Als minister van Marine drong Webb aan op de benoeming van Alfred M. Gray Jr. tot commandant van het Korps Mariniers, in de hoop dat Gray het Korps zou kunnen omvormen tot de elite-eenheid die het ooit was.

Webb nam in 1988 ontslag nadat hij had geweigerd in te stemmen met het verkleinen van de omvang van de marine. Webb had de marine willen uitbreiden tot 600 schepen. Zoals onthuld in The Reagan Diaries, schreef president Ronald Reagan op 22 februari 1988: "Ik denk niet dat de marine het jammer vond hem te zien gaan."

Na zijn ontslag verdiende Webb zijn brood voornamelijk als auteur en filmmaker. Hij won een Emmy Award voor zijn PBS-verslaggeving over de Amerikaanse mariniers in Beiroet in 1983.

Senator van de Verenigde Staten (2007-2013)

Op 7 februari 2006 kondigde hij aan dat hij de Democratische nominatie voor de Senaatsverkiezing van 2006 zou nastreven tegen zittend senator George Allen van Virginia.

In de Democratische voorverkiezing op 13 juni 2006 stond Webb tegenover zakenman en lobbyist Harris Miller. Webb won met 53,5% van de stemmen, in een race met lage opkomst. Op 4 januari 2007 werd Webb beëdigd in de 110e senaat van de VS, in gezelschap van senator John Warner (R-Va), een voormalige collega-secretaris van de marine, en de voormalige democratische senator Chuck Robb van Virginia, die dezelfde zetel bekleedde voordat hij verloor van Allen.

Op 15 november 2006 wees de aanstaande meerderheidsleider van de Senaat, Harry Reid, Webb toe aan drie commissies: Buitenlandse betrekkingen, Veteranenzaken en Gewapende diensten.

Op 23 januari 2007 sprak Webb de Democratische reactie uit op de State of the Union van de president, waarin de nadruk lag op de economie en Irak. Webb's toespraak kreeg positieve kritieken, en werd beschouwd als een van de sterkere State of the Union-reacties in de recente geschiedenis. Webb, een gedecoreerd oorlogsveteraan, sprak over het militaire verleden van zijn familie, zijn eigen hartstochtelijke verbondenheid met het leger, en de manier waarop vorige presidenten altijd hadden geprobeerd ervoor te zorgen dat alle voorzorgsmaatregelen waren genomen bij het uitzenden van jonge Amerikanen naar gevaarlijke gebieden.

Op 14 augustus 2009 bracht Webb een bezoek aan Myanmar (Birma), waar hij de leider van de junta, generaal Than Shwe, ontmoette en ook de pro-democratische leider Aung San Suu Kyi, die onder huisarrest stond. Tijdens het bezoek van Webb aan Than Shwe onderhandelde Webb over de vrijlating en de deportatie van een gevangen Amerikaan, John Yettaw.

Op 9 februari 2011 kondigde Webb aan dat hij zich niet kandidaat zou stellen voor de herverkiezing van zijn Senaatszetel in 2012.

Jim Webb met zijn zoon Jimmy en George W. Bush, maart, 2008


Webb's officiële senaatsportret

presidentiële campagne 2016

Op 19 november 2014 kondigde Webb de oprichting aan van een verkennend comité ter voorbereiding van een mogelijke kandidatuur voor de nominatie van de Democratische Partij voor het presidentschap van de Verenigde Staten in 2016. Hij deed de aankondiging via een video die op zijn website, maar ook op YouTube werd geplaatst.

Op 15 juni 2015 kondigde Webb aan dat hij tegen het einde van de maand een beslissing zou nemen over een kandidatuur voor het presidentschap. Hij deed een formele aankondiging op 2 juli 2015. Hij schortte zijn campagne op en trok zich op 20 oktober 2015 terug uit de verkiezing.

Persoonlijk leven

Webb trouwde in 1968 met Barbara Samorajczyk. Zij scheidden in 1979. Daarna trouwde Webb met Jo Ann Kruckar in 1981. Zij scheidden in 2004. Webb is momenteel getrouwd met Hong Lee sinds 2005. Webb heeft vijf kinderen en een stiefkind.