Bloedgroep

Bloedgroep of bloedgroep is een medische term. Het beschrijft het type bloed dat iemand heeft. Het is een classificatie van bloed op basis van de aan- of afwezigheid van erfelijke antigene stoffen op het oppervlak van rode bloedcellen (RBC's).

Bloedgroepen voorspellen of een ernstige reactie zal optreden bij een bloedtransfusie. Deze reactie wordt een "hemolytische reactie" genoemd. Zij kan de rode bloedcellen vernietigen en nierfalen veroorzaken. Er kan shock optreden en de dood is een mogelijkheid.

Wanneer een bloedtransfusie of een orgaantransplantatie plaatsvindt, is het van vitaal belang de bloedgroepen te kennen van de donor (die bloed geeft) en de ontvanger (die bloed nodig heeft).

Er zijn een aantal menselijke bloedgroepsystemen. Van deze systemen zijn het ABO-bloedgroepsysteem en het Rhesus-bloedgroepsysteem het belangrijkst. In dit systeem wordt de aan- of afwezigheid van het A-antigeen, het B-antigeen en het RhD-antigeen bepaald.

ABO-systeem

Het principe

Het principe van het ABO-systeem is dat antigenen - in dit geval suikers aan het oppervlak van rode bloedcellen - verschillen tussen individuen. Dit werd voor het eerst ontdekt door Karl Landsteiner. Mensen hebben alleen immunologische tolerantie voor wat in hun eigen lichaam voorkomt. Als gevolg daarvan kunnen mensen antilichamen produceren tegen natuurlijke bestanddelen in het lichaam van andere mensen, maar niet tegen zichzelf. Mensen kunnen dus antilichamen produceren tegen A- en/of B-antigenen als die niet in hun bloed voorkomen.

Deze antilichamen klonteren rode bloedcellen samen als ze de vreemde antigenen dragen. Deze agressieve reactie kan de dood tot gevolg hebben wanneer grote hoeveelheden van dergelijke cellen worden aangetroffen na een bloedtransfusie. Omdat A- en B-antigenen chemisch gemodificeerd zijn uit een precursorvorm die ook bij personen van type O aanwezig is, kunnen mensen met antigenen van type A en B bloed van personen van type O aanvaarden.

Anti-A- en anti-B-antilichamen zijn niet aanwezig bij pasgeborenen. Zij verschijnen in de eerste levensjaren. Anti-A- en anti-B-antilichamen zijn gewoonlijk te groot om door de placenta naar de bloedsomloop van de foetus over te gaan.

De test

In een laboratorium wordt bloed onderzocht op antigenen. Wanneer een bepaald antigeen wordt gevonden, worden er ook altijd antilichamen gevonden. Antilichamen vallen antigenen aan (hechten zich aan) die ze niet herkennen.

Groep A (met het A-antigeen) heeft anti-B antilichamen

Groep B (met het B-antigeen) heeft anti-A-antilichamen

Groep AB (met zowel A- als B-antigenen) heeft geen antilichamen

Groep O (zonder antigenen) heeft anti-A en anti-B antilichamen

Het bloed wordt dan bijvoorbeeld aangeduid als A-positief of O-negatief, waarbij de letter verwijst naar de ABO-bloedgroep en "positief" of "negatief" betekent dat al dan niet het RhD-antigeen van het Rhesus-bloedgroepsysteem is aangetroffen. Het kan ook respectievelijk A+ en O- worden geschreven.

Verenigbaarheid

  • Groep O heeft geen antigenen, maar wel anti-A en anti-B antilichamen. Dit betekent dat zij alleen bloed van andere mensen uit groep O kunnen ontvangen, maar wel aan elke ABO-groep kunnen geven.
  • Groep A heeft anti-B-antigenen en kan dus alleen bloed krijgen van mensen uit groep A of O. Deze twee groepen hebben het B-antigen niet. Zij kunnen bloed doneren aan mensen uit groep A of AB.
  • Groep B heeft anti-A-antilichamen en kan dus alleen bloed krijgen van mensen uit groep B of O. Zij kunnen doneren aan groep B of AB.
  • Bloedgroep AB heeft geen antilichamen en kan dus bloed van elke bloedgroep krijgen. Zij kunnen echter alleen bloed doneren aan andere mensen met bloedgroep AB.

Mensen met bloedgroep O negatief worden vaak universele donors genoemd, omdat zij bloed kunnen geven aan elke andere bloedgroep. Mensen met bloedgroep AB positief worden universele ontvangers genoemd, omdat zij bloed van elke andere bloedgroep kunnen ontvangen.

Welke groep kan bloed doneren aan welke andere bloedgroepZoom
Welke groep kan bloed doneren aan welke andere bloedgroep

Rhesusfactor

De Rh-factor (Rh betekent Rhesus) is een kenmerk van de op één na meest voorkomende bloedgroep bij transfusie van menselijk bloed. Het is genoemd naar de Rhesusaap waar het voor het eerst werd ontdekt. Rh is een erfelijke eigenschap, die verwijst naar een eiwit op het oppervlak van de rode bloedcellen van een individu.

De Rhesusfactor staat los van, en is een aanvulling op, de ABO-groepen. De Rhesusfactor is aanwezig op iemands rode bloedcellen of niet. Rhesus positief betekent dat de factor aanwezig is. Rhesus-negatief betekent dat de factor niet aanwezig is. Bij bloedtransfusies is het belangrijk dat de bloeddonor en de ontvanger dezelfde Rhesusfactor en dezelfde bloedgroep hebben.

Voordat een transfusie plaatsvindt, wordt het bloed grondig getest op alles wat voor de ontvanger problemen kan opleveren.

Vragen en antwoorden

V: Wat is bloedgroep?


A: Bloedgroep is een medische term om het type bloed van een persoon aan te duiden.

V: Waarop is de classificatie van bloed gebaseerd?


A: De classificatie van bloed is gebaseerd op de aan- of afwezigheid van erfelijke antigene stoffen op het oppervlak van rode bloedcellen (RBC's).

V: Wat voorspelt de bloedgroep?


A: De bloedgroep voorspelt of er een ernstige reactie zal optreden bij een bloedtransfusie, ook bekend als een "hemolytische reactie".

V: Wat kan een hemolytische reactie veroorzaken?


A: Een hemolytische reactie kan rode bloedcellen vernietigen, leiden tot nierfalen, shock veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben.

V: Waarom is het belangrijk om bij een bloedtransfusie of orgaantransplantatie de bloedgroep van de donor en de ontvanger te kennen?


A: Het is belangrijk om bij een bloedtransfusie of orgaantransplantatie de bloedgroep van de donor en de ontvanger te kennen om een hemolytische reactie te voorkomen.

V: Wat zijn de belangrijkste menselijke bloedgroepen?


A: De belangrijkste menselijke bloedgroepsystemen zijn het ABO bloedgroepsysteem en het Rhesus bloedgroepsysteem.

V: Wat wordt bepaald in het ABO- en Rhesusbloedgroepensysteem?


A: In het ABO- en Rhesusbloedgroepensysteem wordt de aan- of afwezigheid van het A-antigeen, het B-antigeen en het RhD-antigeen bepaald.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3