Louis Bonaparte
Lodewijk I van Holland (Lodewijk Napoleon) (1779-1846) was de jongere broer van Napoleon Bonaparte, die hem in 1806 koning van het Koninkrijk Holland maakte. Hij diende met zijn broer in de Italiaanse veldtocht van 1796-97 en in Egypte in 1798-99. Napoleon benoemde hem in 1806 tot koning van Holland. Toen Lodewijk het niet eens was met zijn beleid, stuurde Napoleon troepen tegen Holland. Lodewijk trad af in 1810 en woonde het grootste deel van de rest van zijn leven in Italië.
Vroege leven
Louis werd geboren als Luigi Buonaparte in Ajaccio, Corsica. Hij was de jongere broer van Joseph, Napoleon, Lucien en Elisa, en de oudere broer van Pauline, Caroline en Jerome.
Zijn vroege carrière bracht hij door in het leger en hij diende met Napoleon in Egypte. Dankzij Napoleon was hij op 25-jarige leeftijd generaal, hoewel hij zelf vond dat hij in te korte tijd te ver was opgeklommen. Bij zijn terugkeer in Frankrijk werd hij betrokken bij Napoleons complot om het Repertorium omver te werpen. Nadat hij eerste consul was geworden, regelde Napoleon een huwelijk voor Lodewijk met Hortense de Beauharnais, de dochter van keizerin Josephine en stiefdochter van Napoleon. Hortense, die tegen het huwelijk was, werd door haar moeder overgehaald om in het belang van de familie met Lodewijk te trouwen.
Koning van Holland
Napoleon benoemde hem tot koning van Holland op 5 juni 1806. Hij nam zijn taak als koning serieus en noemde zichzelf Koning Lodewijk I (en nam de Nederlandse vorm van zijn naam aan). Hij oefende zich in het spreken van de Nederlandse taal en probeerde een verantwoordelijk, onafhankelijk heerser van Holland te zijn. Zijn poging om de taal te spreken leverde hem enig respect op van zijn onderdanen. Hij verklaarde dat hij Nederlander was en deed afstand van zijn Franse nationaliteit. Hij verplichtte ook zijn hofhouding en ministers (die meestal door Napoleon werden geleverd) om alleen Nederlands te spreken. Dit was te veel voor zijn vrouw Hortense, die zijn verzoek afwees. Tijdens zijn bewind vonden twee grote tragedies plaats: de ontploffing van een schip vol buskruit in het hart van de stad Leiden in 1807, en een grote overstroming in 1809. In beide gevallen hield Lodewijk persoonlijk en effectief toezicht op de plaatselijke hulpverlening, waardoor hij de bijnaam Lodewijk de Goede kreeg.
Zijn bewind over de Nederlanden was van korte duur, door een ruzie met zijn broer. Napoleon I wilde Nederlandse troepen voor zijn invasie in Rusland. Lodewijk weigerde; Napoleon hielp niet bij de verdediging van het koninkrijk, en de Engelsen vielen binnen. Napoleon stelde
toen voor dat Lodewijk afstand zou doen, maar hij weigerde. Napoleon zette Lodewijk van de Nederlandse troon en nam het hele Koninkrijk Holland over op 1 juli 1810.
Nadat zijn koninkrijk hem was ontnomen, bleef Lodewijk bijna drie jaar in Holland en wendde zich tot het schrijven en dichten. Na de desastreuze Russische veldtocht schreef Lodewijk een brief aan Napoleon om hem weer op de Nederlandse troon te zetten. Napoleon weigerde en Lodewijk keerde in 1813 terug naar Frankrijk.
Drie dagen na een verwoestende explosie van een kruitschip op 12 januari 1807 in de Nederlandse stad Leiden.
Hoofd van het Huis Bonaparte
Na de dood van zijn oudere broer Jozef in 1844 werd Lodewijk door de Bonapartisten beschouwd als de rechtmatige keizer van de Fransen, hoewel hij zelf weinig ondernam om deze claim kracht bij te zetten. Zijn zoon en erfgenaam, Charles Louis-Napoleon Bonaparte, daarentegen, zat op dat moment in Frankrijk gevangen omdat hij geprobeerd had een Bonapartistische staatsgreep te plegen. Louis stierf op 25 juli 1846, waardoor zijn zoon de toekomstige Napoleon III werd.