Neurotransmitter

Neurotransmitters zijn chemische boodschappers. Ze sturen informatie tussen neuronen door een synaps te kruisen. Elektrische signalen kunnen de kloof tussen de meeste neuronen niet overbruggen. Ze worden veranderd in chemische signalen om de kloof te overbruggen. Neurotransmitters werken meestal op chemische synapsen. Zodra ze het volgende neuron bereiken, worden ze geabsorbeerd. Het neuron verandert dan dit chemische signaal terug in een elektrisch signaal dat een actiepotentiaal wordt genoemd. De actiepotentiaal gaat over het volgende neuron en naar de volgende synaps.

Veel neurotransmitters worden gemaakt van aminozuren, die deel uitmaken van uw dieet en het duurt slechts een paar stappen om ze om te zetten. Neurotransmitters spelen een belangrijke rol in de vormgeving van het dagelijks leven en de functies. Wetenschappers weten nog niet precies hoeveel neurotransmitters er bestaan, maar er zijn meer dan 100 chemische boodschappers geïdentificeerd.

Elke neurotransmitter heeft een andere functie. Bijvoorbeeld: dopamine wordt gebruikt als beloning en plezier en noradrenaline wordt gebruikt in de "vecht- of vlucht"-respons van een dier. Neurotransmitters regelen ook het doorgeven van berichten. Dit komt omdat een actiepotentiaal een bepaalde sterkte moet hebben voordat de neurotransmitters vrijkomen. De kracht die nodig is om de neurotransmitter vrij te geven wordt een drempel genoemd.

De meest voorkomende zender is glutamaat, dat op ruim 90% van de synapsen in het menselijk brein opwindend is. De volgende meest voorkomende wordt GABA genoemd, die bij meer dan 90% van de synapsen die geen glutamaat gebruiken, remt.

Neurotransmitters worden binnen de neuronen getransporteerd door kleine "zakjes" die blaasjes worden genoemd. Wanneer deze blaasjes in contact komen met het celmembraan van het neuron, gaat het open. Hierdoor komen de neurotransmitters vrij in de synaptische spleet.



Een synapse-knooppunt (termen zijn in het Frans)Zoom
Een synapse-knooppunt (termen zijn in het Frans)

Ontdekking

Tot het begin van de 20e eeuw namen wetenschappers aan dat het grootste deel van de synaptische communicatie in de hersenen elektrisch was. Echter, door de zorgvuldige histologische onderzoeken van Ramón y Cajal (1852-1934) werd een 20 tot 40 nm kloof tussen de neuronen, vandaag de dag bekend als de synaptische spleet, ontdekt. De aanwezigheid van de kloof suggereerde dat chemische boodschappers zich over de synaptische spleet bewogen. In 1921 bevestigde de Duitse farmacoloog Otto Loewi (1873-1961) dat neuronen kunnen communiceren door chemische stoffen vrij te geven. Door experimenten met de nervus vagus van kikkers, was Loewi in staat om de hartslag van kikkers te vertragen door het controleren van de hoeveelheid zoutoplossing die aanwezig is rond de nervus vagus.

Loewi beweerde dat de sympathieke regulering van de hartfunctie kan worden bemiddeld door middel van veranderingen in de chemische concentraties. Otto Loewi ontdekte ook acetylcholine (ACh) - de eerste bekende neurotransmitter. Sommige neuronen communiceren echter wel via elektrische synapsen door het gebruik van gap junctions, waardoor specifieke ionen direct van de ene cel naar de andere kunnen gaan.




AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3