Celmembraan
Het celmembraan is een dunne flexibele laag rond de cellen van alle levende wezens. Het wordt ook wel het plasmamembraan of cytoplasmamembraan genoemd.
Zijn belangrijkste taak is het scheiden van de binnenkant van cellen van de buitenkant. In alle cellen scheidt het celmembraan het cytoplasma binnenin de cel van zijn omgeving. Dierlijke cellen zijn gevat in slechts een membraan. Bacteriën, schimmels en planten hebben ook sterke celwanden, die de cel ondersteunen en de doorgang van grote moleculen blokkeren.
Celmembraan
Opbouw van een eukaryotisch celmembraan
Structuur
Het membraan is opgebouwd uit een dunne laag die de "fosfolipide bilaag" wordt genoemd. Deze bestaat uit twee lagen fosfolipidemoleculen met fosfaatkoppen aan de buitenkant en lipidenstaarten (olie) aan de binnenkant. De koppen aan de buitenkant mengen zich met water, maar de staarten stoten water af.
Andere eiwitten en lipiden kunnen aan het celmembraan worden toegevoegd. Door deze veranderingen kan de cel aanpassen wat hij naar binnen of naar buiten brengt. Sommige eiwitten zitten er altijd op vast, deze worden integrale membraaneiwitten genoemd. Er zijn er ook die er slechts af en toe op vastgeplakt zitten. Deze worden perifere membraaneiwitten genoemd. De buitenste laag beschermt de binnenste cel.
De fosfolipide bilaag
Functie
Het membraan is selectief doorlaatbaar. Het is actief en regelt (past aan) wat de cel binnenkomt en wat de cel uitgaat. De beweging van stoffen over het membraan kan ofwel passief zijn, d.w.z. plaatsvinden zonder de input van cellulaire energie, ofwel actief, d.w.z. energie vereisen.
Eiwitten in het membraan
Eiwitten in het membraan zijn de sleutel tot de werking ervan. Deze eiwitten transporteren hoofdzakelijk chemicaliën en informatie over het membraan.
Het membraan bevat veel eiwitten. De oppervlakte-eiwitten kunnen als poorten fungeren. Zij laten sommige chemicaliën de cel binnen en andere chemicaliën de cel verlaten. Naar schatting bestaat tot een derde van het menselijke proteoom uit membraaneiwitten. Sommige van deze eiwitten zijn verbonden met de buitenkant van het celmembraan. Een voorbeeld hiervan is het CD59-eiwit, dat cellen als "zelf" identificeert en zo de vernietiging ervan door het immuunsysteem tegengaat.
Transmissie-elektronenmicroscoop (TEM) beeld van een lipide blaasje. De twee donkere banden rond de rand zijn de twee blaadjes van de bilaag. In het verleden bevestigden soortgelijke beelden dat het celmembraan een bilaag is
Vragen en antwoorden
V: Wat is het celmembraan?
A: Het celmembraan is een dunne flexibele laag rond de cellen van alle levende wezens. Het wordt soms ook plasmamembraan of cytoplasmamembraan genoemd.
V: Wat doet het celmembraan?
A: Het scheidt de binnenkant van de cel van de buitenkant. In alle cellen scheidt het het cytoplasma in de cel van de omgeving.
V: Hebben dierlijke cellen nog iets anders dan een membraan?
A: Nee, dierlijke cellen hebben alleen een membraan.
V: Hebben bacteriën, schimmels en planten nog iets anders dan een celmembraan?
A: Ja, bacteriën, schimmels en planten hebben ook sterke celwanden die de cel ondersteunen en de doorgang van grote moleculen blokkeren.
V: Waarin verschilt een celwand van een celmembraan?
A: Een celwand biedt extra steun aan bacteriën, schimmels en plantencellen, terwijl een celmembraan alleen dient om wat binnen en wat buiten de cel zit te scheiden.
V: Welke soorten moleculen worden door een celwand tegengehouden?
A: Celwanden blokkeren grote moleculen om er doorheen te gaan.