Bewerkingsvolgorde
De volgorde van bewerkingen is een wiskundige en algebraïsche verzameling van regels. Het wordt gebruikt om uitdrukkingen en vergelijkingen te evalueren (oplossen) en te vereenvoudigen. De volgorde van bewerkingen is de volgorde waarin verschillende wiskundige bewerkingen worden uitgevoerd. De standaard wiskundige bewerkingen zijn optellen (+), aftrekken (-), vermenigvuldigen (* of ×), delen (/), haakjes (dat zijn groeperingssymbolen, zoals haakjes () of []) en exponentiëren (^n of n, ook wel ordes of indices genoemd).
Wiskundigen zijn het eens geworden over een correcte volgorde om bewerkingen te gebruiken, en het is zeer belangrijk dat zij deze regels kennen. Wanneer mensen een probleem met meer dan één bewerking oplossen, zullen ze de juiste volgorde moeten kennen om het probleem correct op te lossen. Anders zal het antwoord fout zijn.
Regels
Volg alle regels in deze volgorde van links naar rechts in de vergelijking.
Haakjes en indexen
Gebruik bewerkingen binnen haakjes en los eventuele indices op. Je moet altijd eerst haakjes oplossen als je een vergelijking oplost.
Voorbeeld:
2 * 4 + (9 - 8) + 3
2 * 4 + (9 - 8) + 3
2 * 4 + 1 + 3
2 * 4 + 1 + 3
8 + 1 + 3
8 + 1 + 3
9 + 3
= 12
Exponenten
Als je een exponent ziet, los hem dan eerst op na het oplossen van de haakjes. (53 = 5 * 5 * 5 = 125)
Vermenigvuldiging en deling
Los elke vermenigvuldiging en deling in het probleem op. Merk op dat vermenigvuldiging niet voorafgaat aan deling; dit is een veelgemaakte fout. Beide worden van links naar rechts opgelost als ze voorkomen.
Voorbeeld:
5 * 4 - 9 / 3
5 * 4 - 9 / 3
20 - 9 / 3
20 - 9 / 3
20 - 3
= 17
Optellen en aftrekken
Als laatste, los elke optelling of aftrekking op.
Twee voorbeelden van alle regels
Voorbeeld één
(1 + 8) * (4 - 1) + 16 / 23
(1 + 8) * (4 - 1) + 16 / 23
9 * (4 - 1) + 16 / 23
9 * 3 + 16 / 23
9 * 3 + 16 / 8
9 * 3 + 16 / 8
27 + 16 / 8
27 + 2
= 29
Voorbeeld twee
(7 + 3) * (6 - 3) + 216 / 33
(7 + 3) * (6 - 3) + 216 / 33
10 * (6 - 3) + 216 / 33
10 * 3 + 216 / 33
10 * 3 + 216 / 27
10 * 3 + 216 / 27
30 + 216 / 27
30 + 8
= 38
Conclusie
Het is een acroniem van GEMDAS of PEMDAS wat betekent Groeperen/Parenthese, Exponent, Vermenigvuldigen & Delen en Optellen & Aftrekken.
Sommige leerlingen zijn in de war dat het bij het oplossen in zijn positie MOET staan.
8 - 7 + 5, mensen zeggen dat 7 + 5 moet beginnen maar dat is onjuist. kijk van links naar rechts voor het juiste Antwoord. Deze regel geldt ook voor vermenigvuldigen en delen.
Vragen en antwoorden
V: Wat is de volgorde van bewerkingen?
A: De volgorde van bewerkingen is een verzameling regels die gebruikt worden om uitdrukkingen en vergelijkingen in wiskunde en algebra te evalueren en te vereenvoudigen.
V: Waarom is de volgorde van bewerkingen belangrijk?
A: De volgorde van bewerkingen is belangrijk omdat het de juiste volgorde bepaalt waarin verschillende wiskundige bewerkingen moeten worden uitgevoerd bij het oplossen van een probleem met meer dan één bewerking. Het niet volgen van de juiste volgorde kan resulteren in een fout antwoord.
V: Wat zijn de standaard rekenkundige bewerkingen?
A: De standaard rekenkundige bewerkingen zijn optellen (+), aftrekken (-), vermenigvuldigen (* of ×), delen (/) en exponentiëren (^n of n).
V: Wat zijn haakjes?
A: Haakjes zijn groeperingssymbolen die gebruikt worden om de volgorde van bewerkingen aan te geven, zoals () of haakjes, [] of vierkante haakjes, en {} of accolades.
V: Wat is exponentiëren?
A: Exponentiëren is de wiskundige bewerking om een basisgetal tot een bepaalde macht te verheffen, meestal weergegeven als ^n of n (ook wel orden of indices genoemd).
V: Wie is het eens over de juiste volgorde om bewerkingen te gebruiken?
A: Wiskundigen zijn het eens geworden over de juiste volgorde om bewerkingen te gebruiken.
V: Wat gebeurt er als u niet de juiste volgorde van bewerkingen aanhoudt bij het oplossen van een probleem met meer dan één bewerking?
A: Als u niet de juiste volgorde van bewerkingen aanhoudt bij het oplossen van een probleem met meer dan één bewerking, zal het antwoord fout zijn.