Probleem van het lijden
Het probleem van het kwaad is de vraag of het kwaad bestaat, en zo ja, of het het bestaan van God weerlegt. Bepaalde godsdiensten zeggen dat er een god is die al liefhebbend, alwetend en almachtig is. In deze godsdiensten moet de vraag worden beantwoord hoe een al-liefhebbende en almachtige god het kwaad zou kunnen laten bestaan.
De antwoorden omvatten het argument dat als er een vrije wil is, het kwaad noodzakelijkerwijs moet bestaan; dat mensen God niet kunnen begrijpen; dat het kwaad eenvoudigweg het zijn zonder god is; of dat er kwaad is omdat de wereld verdorven en gevallen is (uit de genade).
Logisch probleem van het kwaad
Een versie van het probleem van het kwaad, misschien van Epicurus, gaat als volgt:
- Als er een perfect goede God bestaat, dan bestaat het kwaad niet.
- Er is kwaad in de wereld.
- Daarom bestaat een perfect goede God niet.
Een ander argument luidt:
- God bestaat.
- God is almachtig, alwetend, en volmaakt goed.
- Een perfect goed wezen zou al het kwade willen voorkomen.
- Een alwetend wezen kent elke manier waarop het kwaad kan gebeuren.
- Een almachtig wezen, dat alle manieren kent waarop een kwaad kan ontstaan, heeft de macht om dat kwaad te voorkomen.
- Een wezen dat alle manieren kent waarop een kwaad kan gebeuren, dat in staat is dat kwaad te voorkomen, en dat dit wil doen, zou het voorkomen.
- Als er een almachtig, alwetend, en volmaakt goed wezen bestaat, dan bestaat er geen kwaad.
- Het kwaad bestaat (logische tegenspraak).
Argumenten als deze gaan over het logische probleem van het kwaad. Zij trachten aan te tonen dat de veronderstelde stellingen tot een logische tegenspraak leiden en dus niet allemaal juist kunnen zijn.
Een veelgehoord antwoord is dat God kan bestaan met en het kwaad kan toelaten om een groter goed te bereiken. Sommige filosofen aanvaarden dat argumenten als "God laat het kwaad toe om het grotere goed van de vrije wil te bereiken" logisch mogelijk zijn en aldus het logische probleem van het kwaad oplossen. Aangezien het er alleen om gaat de bewering te weerleggen dat God en het kwaad logisch onverenigbaar zijn, is zelfs een zeer onwaarschijnlijk geval van Gods coëxistentie met het kwaad voldoende voor het doel.
Wetenschapsfilosofieën hebben het probleem benaderd vanuit de hoek van het empirisme. Voor het logisch positivisme is het probleem met God het ontbreken van een onafhankelijke methode van verificatie. In hun ogen maakt dit de stelling "God bestaat", niet waar of onwaar, maar betekenisloos. Een soortgelijk standpunt wijst op het ontbreken van een manier waarop de stelling kan worden gefalsifieerd.
Verwante pagina's
- Filosofie van de religie
- Theodicy