Tweemaal gekookt varkensvlees
Tweemaal gekookt varkensvlees (Chinees: 回锅肉; pinyin: Húi Guō Ròu, letterlijk: vlees dat terug in de wok is gestopt) is waarschijnlijk het bekendste Chinese gerecht in Sichuan-stijl. Tweemaal gekookt varkensvlees wordt gekookt door stukjes varkensribstuk eerst in heet water met plakjes gember en zout te koken, waarna het varkensvlees, na in dunne plakjes te zijn gesneden, weer in de wok wordt gedaan en ondiep in hete olie wordt gebakken.
Twee keer gekookt varkensvlees.
Legende
Het tweemaal gekookte varkensvlees zou zijn ontstaan tijdens de Qing-dynastie, toen de keizer Qianlong door Sichuan toerde. Qianlong wilde bij elke stop die hij maakte een feestmaal en toen hij in een bepaald dorp aankwam, waren de dorpelingen zeer ongerust. De oogst was dat jaar niet zo goed geweest en er was misschien niet genoeg om de keizer te ontvangen. Ze waren bang dat de keizer slechte dingen met hen zou doen als ze hem geen feestmaal gaven, dus stopten ze snel het eten dat ze nog niet hadden gegeten terug in de pot, kookten het opnieuw (dus "tweemaal koken") en dienden het eten aan de keizer op. Tot hun verrassing genoot de keizer ervan, en zo werd het "Tweemaal gekookt varkensvlees" een beroemd Sichuan gerecht.
Types
Veel voorkomende groenten bij tweemaal gekookt varkensvlees zijn kool, paprika en knoflookscheuten. Pixian, een dikke saus van tuinbonen, is ook een veelgebruikt ingrediënt.