Édith Piaf

Édith Piaf (alias "La Môme Piaf") (19 december 1915 - 11 oktober 1963) was een van Frankrijks meest geliefde zangeressen. Haar echte naam was Édith Giovanna Gassion. Ze werd een nationaal icoon. Haar muziek was een beeld van haar tragische leven. Piaf stond bekend om het zingen van ballades met een hartverscheurende stem.

 

Leven en carrière

Als kind bij haar grootmoeder in Normandië leed ze aan keratitis, maar 1925 - 10 Een bedevaart naar Lisieux in Normandië ter ere van de heilige Thérèse van Lisieux / (Sainte Thérèse de l'Enfant-Jésus), en de intense vroomheid van de familie resulteerde in een wonderbaarlijke genezing, aldus Édith.

1930 - 15 Haar manager gaf haar de artiestennaam "la môme Piaf", "la Môme", Édith Piaf, of gewoon Piaf. Ze was slechts 1,47 meter lang en iel, maar scherp en levendig als een mus. Op het podium droeg ze altijd een zwarte jurk.

Ze zong eerst in Pigalle, daarna in Le Gerny, de nachtclub van Louis Leplée in de buurt van de Champs-Élysées. Ze ontmoette Raymond Asso (1901-1968) en Marguerite Monnot (1903-1961), die haar beste liedjes schreven en componeerden; ze maakte kennis met acteur en zanger Maurice Chevalier.

1948 - 32 De liefde van Piafs leven, de bokser Marcel Cerdan, wereldkampioen middengewicht, komt om bij een vliegtuigongeluk in oktober 1949 op de Azoren, terwijl hij van Parijs naar New York City vliegt om haar te ontmoeten.

1952 - 36 Piaf trouwde in 1952 met Jacques Pills (haar bruidsmeisje was Marlene Dietrich). Ze scheidde van hem in 1956. In 1962 trouwde ze met Théo Sarapo (Theophanis Lamboukas), een Griekse kapper die 20 jaar jonger was dan zij.

Ze leed aan verschillende ziekten tijdens haar leven, vooral na verschillende auto-ongelukken.

1963 - 47 Piaf overleed aan leverkanker in Plascassier, bij Grasse (Département Alpes-Maritimes), op 10 oktober 1963.

Tot haar bekendste liedjes behoren "Mon légionnaire" (1936), "Le fanion de la Légion" (1936), "La vie en rose" (1946), "Hymne à l'amour" (1949), "Padam... Padam... " (1951), "l'Accordéoniste" (1955), "Les amants d'un jour" (1956), "La foule" (1957), "Milord" (1959) en "Non, je ne regrette rien" (1960).

Hoewel haar een plechtige uitvaartmis werd geweigerd, trok haar begrafenisstoet vanuit haar woonplaats, Boulevard Lannes (Parijs, XVI arr.) tienduizenden rouwenden naar de straten van Parijs, die een enorme verkeersopstopping veroorzaakten. De ceremonie op de begraafplaats 'Le Père-Lachaise' (Parijs, XX arr.), werd bijgewoond door meer dan 100.000 fans.

 

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3