Luchtvaartnavigatie

Luchtnavigatie is navigatie tijdens het vliegen. Het wordt gebruikt door piloten in vliegtuigen om hun exacte positie te kennen en hun weg te bepalen. Dat is belangrijk, want als ze verdwalen, kunnen ze een berg raken of in een gevaarlijk gebied vliegen of geen plaats vinden om te landen. Er zijn over het algemeen twee soorten luchtvaartnavigatie, afhankelijk van het weer. Bij goed weer navigeren piloten zich visueel met kaarten. Maar als het slecht weer is en ze de grond niet kunnen zien, gebruiken ze speciale radionavigatie-instrumenten of worden ze genavigeerd door de luchtverkeersleider. De eerste vorm van navigatie wordt VFR-navigatie (Visual Flight Rules) genoemd. De tweede is IFR-navigatie (instrument flight rules).

VFR navigatie

Volgens de Visual Flight Rules gebruiken piloten een kaart en een kompas, en kijken ze op de grond. Bij de voorbereiding van een vlucht kiezen zij grote zichtbare punten op de kaart, bijvoorbeeld grote steden, meren, heuvels, rivieren, wegen of bossen. In de lucht zoeken zij de gekozen punten op om er zeker van te zijn dat zij de juiste kant op gaan. Het weer moet goed genoeg zijn zodat ze de grond kunnen zien. Ze mogen niet in de wolken vliegen, want dan kunnen ze verdwalen. Piloten moeten ook uitkijken naar andere vliegtuigen. Het is hun verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat ze niet te dicht bij andere vliegtuigen komen. Dit wordt "zien en ontwijken" genoemd.

IFR navigatie

Vliegen onder instrumentvliegvoorschriften betekent dat piloten niet kunnen vliegen waar ze maar willen. Zij moeten alleen op vastgestelde routes vliegen. Het vliegtuig moet beschikken over veel speciale apparatuur die met radiogolven werkt, zoals GPS of radar. De vliegroutes lopen meestal van radiobaken naar radiobaken. De piloot moet de juiste frequentie van het baken instellen om de koers te bepalen en ernaartoe te vliegen. GPS helpt om de exacte positie te vinden. Elk vliegtuig heeft ook een radartransponder die een speciale code uitzendt die wordt aangegeven op het radarscherm van de luchtverkeersleider. Omdat de piloot niet naar buiten kan kijken, moet hij doen wat de verkeersleider zegt. De verkeersleider zorgt ervoor dat het vliegtuig niet neerstort.

Effect van wind

De wind is een groot probleem in de navigatie. Stel dat de piloot het vliegtuig naar het oosten laat vliegen (90°). Als de wind uit het noorden waait, zal hij het vliegtuig naar het zuiden blazen. En het vliegtuig zal naar het zuidoosten vliegen (135°). Dus, om precies naar het oosten te vliegen, moet de piloot het vliegtuig op noord-oost zetten. Dit was slechts een voorbeeld. In werkelijkheid kan de wind uit elke richting en met elke snelheid waaien. Piloten moeten dus ook op de wind letten en weten hoe ze het effect van de wind op het vliegtuig kunnen compenseren.

Als vliegtuigen sneller gaan, is de wind minder belangrijk. Dus voor een klein langzaam lesvliegtuig verandert de wind altijd de richting van het vliegtuig. Maar voor een groot lijnvliegtuig, dat veel sneller gaat, heeft de wind geen invloed, behalve bij het opstijgen en landen.

Vragen en antwoorden

V: Wat is luchtvaartnavigatie?


A: Luchtnavigatie is het proces van navigeren tijdens het vliegen met behulp van verschillende hulpmiddelen en instrumenten, die de piloten helpen om hun weg te vinden en hun positie in de lucht bij te houden.

V: Waarom is luchtvaart belangrijk?


A: Luchtnavigatie is belangrijk omdat het de piloten helpt om gevaarlijke gebieden of obstakels te vermijden en de weg naar hun bestemming te vinden. Het helpt hen om ongelukken te voorkomen en hun veiligheid te garanderen.

V: Hoe navigeren piloten zichzelf in goede weersomstandigheden?


A: In goede weersomstandigheden navigeren piloten zichzelf visueel met behulp van kaarten. Deze navigatiemethode wordt VFR (Visual Flight Rules) navigatie genoemd.

V: Wat gebeurt er als het slecht weer is tijdens het vliegen?


A: Als het slecht weer is en piloten de grond niet kunnen zien, gebruiken ze speciale radionavigatie-instrumenten om zichzelf te navigeren. Ze kunnen ook door luchtverkeersleiders genavigeerd worden. Deze navigatiemethode wordt IFR (Instrument Flight Rules) navigatie genoemd.

V: Wat zijn de twee soorten luchtvaartnavigatie afhankelijk van de weersomstandigheden?


A: Er zijn twee soorten luchtvaartnavigatie afhankelijk van het weer: VFR navigatie en IFR navigatie. Piloten gebruiken VFR navigatie bij goede weersomstandigheden en IFR navigatie bij slechte weersomstandigheden.

V: Waarom gebruiken piloten radionavigatie-instrumenten voor navigatie?


A: Piloten gebruiken radionavigatie-instrumenten voor navigatie bij slecht weer omdat ze de grond niet kunnen zien. Deze instrumenten helpen hen om veilig te navigeren en hun weg te vinden.

V: Wat is het risico van het niet gebruiken van luchtnavigatie tijdens het vliegen?


A: Als piloten tijdens het vliegen geen gebruik maken van luchtnavigatie, kunnen ze gemakkelijk verdwalen, bergen of andere obstakels raken, in gevaarlijke gebieden vliegen of geen plaats vinden om te landen. Dit kan tot ongelukken leiden en de veiligheid van de passagiers en bemanning in gevaar brengen.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3