Oude Rijk
Het Oude Koninkrijk is de naam voor Egypte tijdens het 3e millennium voor Christus toen de beschaving van Egypte zijn eerste piek had. Het was de eerste van drie zogenaamde "Koninkrijk" perioden, die de hoogtepunten van de beschaving in de lagere Nijlvallei markeren (de andere waren het Midden Koninkrijk en het Nieuwe Koninkrijk).
Het Oude Koninkrijk was het beste in de Derde Dynastie tot aan de Zesde Dynastie (2686 BC - 2134 BC). Veel Egyptologen omvatten ook de Memphitische Zevende en Achtste Dynastie in het Oude Koninkrijk als een voortzetting van de in Memphis gecentraliseerde administratie. Het Oude Koninkrijk werd gevolgd door een periode van onenigheid en relatieve culturele achteruitgang die door Egyptologen de Eerste Tussentijd wordt genoemd.
De koninklijke hoofdstad van Egypte tijdens het Oude Koninkrijk was Memphis. In de tijd van het Oude Koninkrijk werden de grote piramides gebouwd als graftombes voor de farao's. Omdat men geloofde dat de farao's gezag kregen vanuit de hemel, wilden ze na de dood naar Ra, hun Zonnegod, lopen. Koning Zoser's adviseur Inhotep ontwierp de piramide, in de hoop Ra gemakkelijk te kunnen bereiken. De graven werden gebouwd op de westelijke oever van de Nijl waar de zon onder leek te gaan. Om deze reden wordt het Oude Koninkrijk soms "Het Tijdperk van de Piramides" genoemd.
Khufu, genaamd Cheops, was de farao die de Grote Piramide in Gizeh, nabij Cairo, bouwde. Hij geloofde dat zijn ziel nooit gestorven was, dus ze bewaarden voedsel, kleren en dingen die hij bezat in de kamers van de piramide. De Grote Piramide is een van de Zeven Wonderen van de Wereld: hoog als een gebouw van veertig verdiepingen, kostte het honderdduizend man twintig jaar om het te bouwen. Met slechts hellingen en fysieke energie moesten ze 2.300.000 blokken kalksteen, die ongeveer twee en een halve ton per stuk waren, verplaatsen en op hun plaats tillen. Slaven, boeren en mannenbendes moesten aan de Grote Piramide werken en werden met waardevolle dingen betaald, niet met munten (Egyptenaren hadden geen munten).
Om de piramides te bewaken werd een groot stenen beeld, de Grote Sfinx, gemaakt en in de buurt geplaatst. De Grote Sfinx heeft een mannenhoofd en een leeuwenlichaam, met poten van 15 meter lang.
Eindelijk hebben de priesters de farao's ten val gebracht. Toen regeerden de edelen en de priesters.
