Romeins leger | het leger van het oude Rome

Het Romeinse leger is het leger van het oude Rome, de strijdkrachten van het Romeinse Koninkrijk, de Romeinse Republiek en later het Romeinse Rijk. De infanterie was gedurende een groot deel van de geschiedenis het Romeinse legioen. Rome had ook een zeemacht. De omvang van het leger in het late Romeinse Rijk was ongeveer 128.000 - 179.200 man. Het was zeer goed georganiseerd. De belangrijkste Romeinse soldaten in het Rijk waren de legionairs. De legioenen waren verdeeld in eeuwen, bestaande uit 80 soldaten en 20 andere mannen die in het kamp bleven om te koken en andere klusjes te doen.

Andere soldaten in het leger werden de auxilia genoemd. Auxilia waren niet-burgers die voornamelijk afkomstig waren uit de Romeinse provincies. Zij kregen minder betaald dan legionairs en droegen meestal geen wapenrusting, maar aan het einde van hun diensttijd, die minimaal 25 jaar bedroeg, kregen zij het Romeinse staatsburgerschap.

Het leger had cavalerie-eenheden die Equites werden genoemd. Hun mannen waren rijk genoeg om paarden en duurdere wapens te hebben. Omdat ze met weinig waren, waren ze minder belangrijk in de strijd dan de infanterie.




   Zoom
 

Fragment van de Praetoriaanse Garde, ca. 50 na Chr. In alle fasen van de Republiek en het Keizerrijk droegen voetsoldaten in actie een schild  Zoom
Fragment van de Praetoriaanse Garde, ca. 50 na Chr. In alle fasen van de Republiek en het Keizerrijk droegen voetsoldaten in actie een schild  

Wapens en uitrusting

De soldaten van het Romeinse leger droegen helmen en lichaamsbescherming. In de vroege tot midden-Republikeinse tijd kochten legionairs meestal hun eigen uitrusting. Hastati, de eerste linie van soldaten, hadden meestal borstplaten, een zogenaamd kuras, en sommigen droegen lorica hamata, of maliënkolder. De rijkere principes, de tweede linie van soldaten, konden zich lorica hamata veroorloven, maar zij werden soms gezien met de goedkopere kurassen. Zowel hastati als principes waren gewapend met een gladius, een kort zwaard van 60 centimeter, en hadden elk twee pila, korte speren.

De derde linie soldaten, de Triarii, hadden een hasta, een twee meter lange speer. Zij waren ook bewapend met de gladius en hadden een vroege vorm van de lorica segmenta of ijzeren band harnas. Alle legionairs hadden een groot rechthoekig schild, het scutum, dat afgeronde hoeken had. Tegen het einde van de Republikeinse periode droegen alle legionairs een gladius, twee pila, een nieuw, groter scutum, en droegen ze maliënkolders. Lorica segmentata werd pas tussen de 2e en 3e eeuw algemeen gedragen.

Grotere wapens zoals de ballista (grote kruisboog) en de Onager (katapult) werden gebruikt in grotere veldslagen.

Vanaf de Tweede Punische Oorlog hadden de Romeinse legers eenheden van niet-Italiaanse huurlingen, zoals Numidische lichte cavalerie, Kretenzische boogschutters en Balearische slingers. In de Romeinse legers ontbrak het voorheen aan dit soort troepen.



 Moderne replica van pantser van het type lorica segmentata  Zoom
Moderne replica van pantser van het type lorica segmentata  

Romeinse soldaten in schildpadformatie

Zoom

  • Zuil van Trajanus
  • (gipsverband)

Zoom

Kolom van Marcus Aurelius

Gravures uit monumenten uit de 2e eeuw na Christus in Rome


 

Training

Het belangrijkste wat een lid van het Romeinse leger nodig had, was atletische vaardigheid. Van de soldaten werd verwacht dat ze in vijf uur ongeveer 36 km (24 mijl) konden lopen. Ze moesten ook fit zijn om goed te kunnen vechten en eventuele verwondingen op te vangen.

Nieuwe soldaten deden twee sessies militaire oefening en legden hun eed van trouw af aan hun commandant en keizer. Elke dag oefende het hele legioen met rennen, springen, zwaardvechten en speerwerpen.



 

Vragen en antwoorden

V: Wat was de naam van de militaire macht die het oude Rome gebruikte?


A: Het Romeinse leger.

V: Hoeveel man telde het laat-Romeinse leger?


A: Ongeveer 128.000 tot 179.200 man.

V: Wie waren de belangrijkste soldaten in het Rijk?


A: De legionairs.

V: Hoe waren de legioenen verdeeld?


A: In eeuwen, die bestonden uit 80 soldaten en 20 andere mannen die in het kamp bleven voor taken.

V: Wie maakten er naast de legionairs nog meer deel uit van het Romeinse leger?


A: Auxilia, dat waren niet-burgers uit Romeinse provincies die minder betaald werden dan legionairs en meestal geen harnas droegen.
V: Wat voor soort eenheden had Rome voor de cavalerie? A: Equites-eenheden waarvan de mannen paarden en duurdere wapens hadden, maar ze waren minder in aantal en dus minder belangrijk in de strijd dan de infanterie.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3