United States v. Windsor
Verenigde Staten v. Windsor was een rechtszaak voor het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten. De beslissing van het hof was historisch gezien belangrijk voor het huwelijksrecht in de VS en ook voor de LGBT-rechten.
Het hof besloot dat het definiëren van "het huwelijk" als een verbintenis tussen een man en een vrouw (als man en vrouw) ongrondwettelijk was (tegen de Grondwet in). Dit had specifiek betrekking op artikel 3 van de Defense of Marriage Act (DOMA), een wet die in 1996 werd aangenomen. Dit definieerde "het huwelijk" voor het federale (nationale) recht in de Verenigde Staten. Het definieerde het als zijnde tussen een man en een vrouw. In de Verenigde Staten v. Windsor besloot de rechtbank dat deze definitie in strijd was met de 'Due Process Clause' van het Vijfde Amendement. In de VS beschermt de grondwet de rechten van de burgers, en geen enkele individuele wet kan die rechten ontnemen.
De basis voor de zaak was het recht op uitkeringen voor echtparen van hetzelfde geslacht; hetzelfde recht voor heteroseksuele echtparen. Edith Windsor en Thea Spyer, een koppel van hetzelfde geslacht dat in New York woont, zijn in 2007 in Canada getrouwd. Spyer stierf in 2009 en liet alles wat ze bezat na aan Windsor. Volgens de wet hoeven weduwen geen belasting te betalen over alles wat ze van hun overleden echtgenoot hebben geërfd. Windsor probeerde deze vrijstelling te claimen. Ze werd uitgesloten door Sectie 3 van DOMA, die zei dat het woord "echtgenoot" alleen van toepassing is op een huwelijk tussen een man en een vrouw. De Internal Revenue Service ontkende de claim van Windsor en eiste dat ze 363.053 dollar aan successierechten zou betalen.
Nadat Windsor de zaak won, noemde Time magazine haar in 2013 de derde meest invloedrijke persoon van het jaar.
Gerelateerde pagina's
- Het homohuwelijk in de Verenigde Staten