Australische fluitkikkers
Myobatrachidae is een familie van kikkers die voorkomt in Australië en Nieuw-Guinea. De leden van deze familie variëren sterk in grootte. Er zijn soorten van minder dan 1,5 centimeter (0,59 in) lang. Deze familie omvat ook de op één na grootste kikker van Australië, de reuzen-barredkikker, die 12 centimeter (4,7 in) lang is. De hele familie leeft of op het land of in het water. Geen van hen leeft in bomen.
Deze kikkers hebben niet de klevende teenschijfkopjes die bij de boomkikkers voorkomen. De familie is onderverdeeld in drie sub-families: Limnodynastinae, Myobatrachinae en Rheobatrachinae. Deze onderverdeling is hoofdzakelijk gebaseerd op hun gewoonten inzake het leggen van eieren. Die van de subfamilie Limnodynastinae leggen schuimnesten. Het vrouwtje maakt schuim met een chemische stof op haar huid. Het schuim kan op het water drijven, maar ook op het land liggen. De subfamilie Rheobatrachinae omvat de twee soorten maagbroedende kikkers, en de rest behoort tot de subfamilie Myobatrachinae.
Taxonomie
Subfamilia | Soorten | Gebruikelijke naam | Binomiale naam |
Limnodynastinae | 1 | Tusked Frog | Adelotus Ogilby, 1907 |
6 | Reuzen holen kikkers | Heleioporus Gray, 1841 | |
4 | Kannibaal Kikkers | Lechriodus Boulenger, 1882 | |
11 | Australische Moeraskikkers | Limnodynastes Fitzinger, 1843 | |
10 | Stubby Frogs | Neobatrachus Peters, 1863 | |
4 | Australische Spadefoot padden | Notaden Günther, 1873 | |
2 | Holenravende kikkers | Opisthodon Steindachner, 1867 | |
6 | Baw Baw Frogs | Philoria Spencer, 1901 | |
Myobatrachinae | 1 | Australische Dumpy Frogs | Arenophryne Tyler, 1976 |
1 | Pootkikkers | Assa Tyler, 1972 | |
15 | Australische Froglets | Crinia Tschudi, 1838 | |
7 | Grond Froglets | Geocrinia Blake, 1973 | |
1 | Nicholls' padden | Metacrinia Parker, 1940 | |
8 | Gestreepte kikkers | Mixophyes Günther, 1864 | |
1 | Schildpad kikkers | Myobatrachus Schlegel In Gray, 1850 | |
1 | Haswell's Kikkers | Paracrinia Heyer & Liem, 1976 | |
13 | Gekroond padje | Pseudophryne Fitzinger, 1843 | |
1 | Zonsondergang Kikker | Spicospina Roberts et al., 1997 | |
6 | Australische Torrent kikkers | Taudactylus Straughan & Lee, 1966 | |
25 | Australische padden | Uperoleia Gray, 1841 | |
Rheobatrachinae | 2 | Maagbroedende kikkers | Rheobatrachus Liem, 1973 |
Vragen en antwoorden
V: Waar komen leden van de Myobatrachidae familie voor?
A: Leden van de Myobatrachidae familie komen voor in Australië en Nieuw-Guinea.
V: Wat is het groottebereik van de soorten in de Myobatrachidae familie?
A: De grootte van de soorten in de Myobatrachidae familie varieert sterk, sommige soorten zijn minder dan 1,5 centimeter lang en de Reuzenstreepkikker is 12 centimeter lang.
V: Leven er leden van de Myobatrachidae familie in bomen?
A: Nee, geen van de leden van de Myobatrachidae familie leeft in bomen.
V: Wat onderscheidt de Myobatrachidae familie van boomkikkers?
A: De Myobatrachidae familie heeft niet de zelfklevende teenschijfbekers die bij boomkikkers voorkomen.
V: Hoe is de Myobatrachidae familie onderverdeeld in subfamilies?
A: De Myobatrachidae familie is onderverdeeld in drie onderfamilies: Limnodynastinae, Myobatrachinae en Rheobatrachinae.
V: Wat is de belangrijkste factor die bepaalt tot welke onderfamilie een Myobatrachidae-soort behoort?
A: De belangrijkste factor die bepaalt tot welke onderfamilie een Myobatrachidae-soort behoort, is hun eierleggedrag.
V: Welke eierlegmethode wordt gebruikt door de onderfamilie Limnodynastinae?
A: De onderfamilie Limnodynastinae legt schuimnesten, die door de vrouwelijke kikker gemaakt worden met een chemische stof op haar huid. Deze nesten kunnen op het water drijven of op het land liggen.