Recapitulatie theorie

De theorie van recapitulatie wordt vaak aangeduid als "ontogenie recapituleert fylogenie".

Het was een idee van Étienne Serres in 1824-26. In 1886 stelde Ernst Haekel voor dat de embryonale ontwikkeling van een individueel organisme (zijn ontogenie) hetzelfde pad volgde als de evolutionaire geschiedenis van zijn soort (zijn fylogenie). Dit wordt ook wel de biogenetische wet of het embryologisch parallellisme genoemd

Het was een theorie (idee) die evolutie (de verandering van organismen in de loop van de tijd) verbond met embryologie (de manier waarop organismen zich ontwikkelen voordat ze geboren worden). De theorie kwam erop neer dat organismen, voordat ze geboren worden, ontwikkelingsstadia doormaken die lijken op volwassen dieren van andere soorten, in ongeveer dezelfde volgorde waarin die andere soorten zich tijdens de evolutie hebben afgesplitst.

Hoewel dit idee wel iets heeft, wordt het niet langer beschouwd als een bruikbare manier om naar ontwikkeling te kijken.

Haeckel's theorie

Haeckel formuleerde zijn theorie als "Ontogenie recapituleert fylogenie". Ontogenie is de stap die een organisme in zijn ontwikkeling zet voordat het geboren wordt, beginnend als een enkele cel en eindigend als een baby. Fylogenie is de stap die een soort in zijn ontwikkeling zet, beginnend als een zeer eenvoudig organisme en evoluerend tot het huidige organisme. "Recapituleert" is een synoniem voor "weerspiegelt" en impliceert dat de ontogenie van een organisme gelijk is aan de fylogenie van zijn soort.

Zo besefte Haeckel dat de mens vóór zijn geboorte spleten in zijn nek heeft. Deze spleten lijken op de kieuwen van volwassen vissen. Haeckel dacht dat dit betekende dat wij, voordat onze soort mens werd, op vissen leken. Dit standpunt wordt ondersteund door de fossielen en andere bewijzen. Naarmate de ongeboren mens dichter bij de geboorte komt, ontwikkelt hij een staart. Sommige menselijke baby's worden zelfs met staarten geboren. Haeckel concludeerde, eveneens terecht, dat op een bepaald moment in het meer recente evolutieverleden van de mens (nadat wij ons vissenstadium hadden doorlopen) de soort die later de mens zou worden, een staart had.

Niet alle bewijzen of conclusies van Haeckel waren echter zo goed. Haeckel maakte verschillende embryotekeningen die vaak te veel de nadruk legden op overeenkomsten tussen embryo's van verwante soorten. Deze vonden hun weg in veel biologieboeken en in de algemene kennis, ook al waren ze onjuist. Bovendien gebruikte Haeckel dit "bewijs" om te concluderen dat blanken evolutionair superieur waren aan mensen van andere rassen. Dit is niet alleen een racistisch standpunt, maar we weten nu ook dat het niet waar is.

Romanes' kopie uit 1892 van Ernst Haeckels omstreden embryotekeningen (deze versie van de figuur wordt vaak ten onrechte aan Haeckel toegeschreven).Zoom
Romanes' kopie uit 1892 van Ernst Haeckels omstreden embryotekeningen (deze versie van de figuur wordt vaak ten onrechte aan Haeckel toegeschreven).

Afwijzing

Tegenwoordig denken wetenschappers dat Haeckel de zaak overdreef. De "kieuwen" van een zich ontwikkelend mens werken bijvoorbeeld niet (hoewel Haeckel nooit heeft gezegd dat ze werkten). Bovendien ontdekte men bij betere observaties dat zich ontwikkelende baby's er niet precies zo uitzien als de plaatjes die Haeckel tekende. Het is mogelijk dat hij overdreef wat hij zag om zijn punt beter te onderbouwen. Bovendien ging Haekels discussie volledig over morfologie: hij besprak niet de evolutie en ontwikkeling van het gedrag van dieren.

Dit wil echter niet zeggen dat de theorie nergens op slaat. Het is waar dat onze ontogenie aanwijzingen geeft over onze fylogenie. Het verband is echter lang niet zo direct als Haeckel beweerde. In feite leidden Haekels al te nadrukkelijke beweringen te zijner tijd tot al te nadrukkelijke verwerpingen.

Moderne waarnemingen

Vandaag zijn wetenschappers het erover eens dat sommige delen van Haeckels theorie nog steeds steek houden. Bijvoorbeeld:

  • Voordat ze geboren worden, lijken de zich ontwikkelende organismen van verschillende soorten op elkaar.
  • Deze gelijkenis duurt langer bij soorten die zich vrij recent van elkaar hebben afgesplitst.
  • Organismen in ontwikkeling kunnen vóór hun geboorte eigenschappen bezitten die zij bij hun geboorte niet bezitten, maar die de organismen waaruit zij zijn geëvolueerd, hadden toen zij volwassen waren.

Vragen en antwoorden

V: Wat is de recapitulatietheorie?



A: De recapitulatietheorie stelt dat de embryonale ontwikkeling (ontogenie) van een organisme hetzelfde pad volgt als de evolutionaire geschiedenis van zijn soort (fylogenie).

V: Wie opperde als eerste het idee van de recapitulatietheorie?



A: Étienne Serres opperde het idee van de recapitulatietheorie in 1824-1826.

V: Wat stelde Ernst Haekel voor over de recapitulatietheorie?



A: Ernst Haekel stelde voor dat de recapitulatietheorie ook wel de biogenetische wet of embryologisch parallellisme wordt genoemd.

V: Wat is het verband tussen de recapitulatietheorie en evolutie?



A: De recapitulatietheorie verbindt evolutie met embryologie door te stellen dat organismen, voordat ze geboren worden, ontwikkelingsstadia doorlopen die lijken op volwassen dieren van andere soorten, in ongeveer dezelfde volgorde waarin deze andere soorten zich tijdens de evolutie hebben afgesplitst.

V: Wat is het huidige perspectief op de recapitulatietheorie?



A: Hoewel er enige waarheid schuilt in de recapitulatietheorie, wordt deze niet langer beschouwd als een nuttige manier om naar ontwikkeling te kijken.

V: Waarom wordt de recapitulatietheorie niet langer beschouwd als een nuttige manier om naar ontwikkeling te kijken?



A: De recapitulatietheorie wordt niet langer beschouwd als een nuttige manier om naar ontwikkeling te kijken, omdat deze theorie het ontwikkelingsproces te eenvoudig voorstelt en individuele variatie negeert.

V: Wat is embryologie?



A: Embryologie is de studie van de ontwikkeling van een organisme vanaf de bevruchte eicel tot aan de geboorte of het uitkomen.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3