Anson Carter

Carrière

Voor hij in de NHL speelde, speelde Carter 4 jaar college hockey bij de Michigan State University Spartans. In zijn tijd bij de Spartans werd Carter genoemd in het CCHA First All-Star Team in 1994 en 1995, het Second All-Star Team in 1996, en het NCAA West Second All-American Team in 1995.

Hij werd als 220e geplaatst bij de Quebec Nordiques in de NHL Entry Draft van 1992. Op 3 april 1996 ruilde de opvolger van de Nordiques, de Colorado Avalanche, hem met de Washington Capitals in ruil voor een vierde ronde pick in de 1996 NHL Entry Draft. Hij maakte zijn NHL-debuut in het NHL-seizoen 1996-97 en verdeelde zijn tijd tussen de Capitals en hun AHL-affiliate, de Portland Pirates.

Op 1 maart 1997 ruilden de Capitals Carter samen met Jim Carey, Jason Allison en hun 3de ronde keuze (Lee Goren) in de 1997 NHL Entry Draft naar de Boston Bruins in ruil voor Bill Ranford, Adam Oates en Rick Tocchet. Nadat hij 4 seizoenen bij de Bruins had gespeeld, ruilden ze hem samen met Boston's 1ste (Aleš Hemský) en 2de (Doug Lynch) ronde keuzes in 2001 NHL Entry Draft naar de Edmonton Oilers voor Bill Guerin en één van hun eerste ronde picks (Shaone Morrisonn). Tijdens zijn tweede seizoen bij de Oilers scoorde Carter recordhoogtes in assists (32) en punten (60).

De Oilers ruilden Carter samen met Aleš Píša naar de New York Rangers in ruil voor Radek Dvořák en Cory Cross op 11 maart 2003.

Na afloop van het NHL-seizoen 2002-03 werd Carter gekozen voor Team Canada op het Wereldkampioenschap 2003. Na 14 minuten in de eerste verlenging van de gouden medaillewedstrijd tegen Zweden scoorde Carter op Zweeds doelman Mikael Tellqvist met een 'wraparound goal'. Het doelpunt werd enkele minuten betwist voor de herhalingen bevestigden dat Tellqvist de puck achter de doellijn had gestopt. De overwinning bezorgde Canada zijn eerste WK-zege in vijf jaar.

Carter speelde een half seizoen bij de Rangers. Op 23 januari 2004 ruilden de Rangers Carter terug naar de Capitals in ruil voor Jaromír Jágr. Zijn tweede periode bij de Capitals duurde slechts 19 wedstrijden voordat hij op 8 maart 2004 werd geruild naar de Los Angeles Kings voor Jared Aulin. Hij speelde slechts 15 wedstrijden voor de Kings.

Nadat hij een vrije speler was geworden tekende Carter op 16 augustus 2005 een éénjarig contract bij de Vancouver Canucks. Bij de Canucks speelde Carter op de tweede aanvallende lijn met de eeneiige tweeling Henrik en Daniel Sedin, waar het trio informeel bekend stond als de "Brothers Line". Hij maakte ook het hoogste aantal doelpunten in zijn carrière met 33, waarmee hij het team aanvoerde, en hij verdiende de "Most Exciting Player Award" van de Canucks. Carter en de Canucks hadden een contractgeschil en hij nam geen ontslag bij de Canucks.

Op 13 september 2006 tekende Carter een eenjarig contract bij de Columbus Blue Jackets. Hij speelde 1 seizoen bij de Blue Jackets. Columbus ruilde Carter op 23 februari 2007 met de Carolina Hurricanes voor Carolina's vijfde-ronde pick (Tomáš Kubalík) in de 2008 NHL Entry Draft.

Carter kwam terug bij de Edmonton Oilers op een try-out basis tijdens hun trainingskamp in september 2007. Hij speelde één oefenwedstrijd met hen voor hij op 2 oktober 2007 werd vrijgelaten. Carter besloot naar Zwitserland te reizen en tekende bij HC Lugano van de National League A (NLA). Carter stopte met professioneel ijshockey in 2008.

Carter richtte in maart 2005 Big Up Entertainment op, een platenlabel dat gespecialiseerd is in hiphopmuziek.