Blaasjeskruid

Blaaswieren zijn Utricularia, een geslacht van vleesetende planten. Er zijn ongeveer 230 soorten. Ze komen in zoet water en natte grond voor als terrestrische of aquatische soort. Ze leven in elk continent, behalve op Antarctica. Blaaswieren worden gekweekt voor hun bloemen, die lijken op die van leeuwenbekken en orchideeën.

Alle Utricularia's zijn vleeseters en vangen kleine organismen door middel van blaasvormige vallen. Aardse soorten hebben de neiging om kleine vallen te hebben die zich voeden met minuscule prooien zoals protozoën en rotiferen die zwemmen in met water verzadigde grond.

De vallen variëren in grootte van 0,2 mm tot 1,2 cm. Aquatische soorten, zoals U. vulgaris (gewoon blaasjeskruid), hebben meestal grotere blazen en kunnen zich voeden met watervlooien (Daphnia), nematoden, zelfs kleine visjes, muggenlarven en jonge kikkervisjes.

Ondanks hun kleine formaat zijn de vallen zeer geavanceerd. Bij aquatische soorten wordt de prooi tegen de trekkerharen van het valluik geborsteld. De blaas staat onder negatieve druk: als het valluik wordt geactiveerd, wordt de prooi, met het water eromheen, de blaas ingezogen. Zodra de blaas vol water zit, sluit het luik weer. Het hele proces duurt slechts tien- tot vijftienduizendste van een seconde.

Blaaswieren zijn ongewone en zeer gespecialiseerde planten. De blaasjesvallen worden erkend als een van de meest geavanceerde structuren in het plantenrijk.

Vragen en antwoorden

V: Wat is de wetenschappelijke naam voor blaasjeskruid?


A: De wetenschappelijke naam voor blaasjeskruid is Utricularia.

V: Hoeveel soorten blaasjeskruid zijn er?


A: Er zijn ongeveer 230 soorten blaasjeskruid.

V: Waar leven blaasjeskruid?


A: Blaasjeskruid leeft meestal in zoet water en natte grond, en komt voor op elk continent behalve Antarctica.

V: Hoe zien de bloemen van blaasjeskruid eruit?


A: De bloemen van blaasjeskruid lijken op die van leeuwenbekken en orchideeën.

V: Hoe vangen blaasjesvallen hun prooi?


A: Blaasjesvallen vangen hun prooi door middel van een trekkerhaar die verbonden is met een valluik dat onder negatieve druk staat. Wanneer het luikje wordt geactiveerd, wordt de prooi, met het water eromheen, in de blaas gezogen. Eenmaal vol, sluit het luik weer; dit proces duurt slechts tien- tot vijftienduizendste van een seconde.

V: Met wat voor soort organismen voeden terrestrische soorten zich?


A: Terrestrische soorten hebben meestal minuscule vallen die zich voeden met minuscule proozoën en rotiferen die in met water verzadigde grond zwemmen.

V: Met welk soort organismen voeden aquatische soorten zich?


A: Aquatische soorten hebben blazen die meestal groter zijn en zich kunnen voeden met watervlooien (Daphnia), nematoden, zelfs kleine visjes, muggenlarven en jonge kikkervisjes.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3