Max und Moritz
Max en Moritz (Duits: Max und Moritz) zijn twee ondeugende jongetjes in een verhaal van Wilhelm Busch. De verhalen werden geschreven in 1865 en zijn nog steeds erg populair in Duitsland.
Wilhelm Busch was zowel een kunstenaar als een schrijver. Hij schreef veel verhalen op rijm en maakte er tekeningen bij. Max en Moritz zijn verhalen zoals deze. De twee jongens halen allerlei ondeugende streken uit. Er zijn zeven verhalen (zeven streken). In de laatste grap worden ze betrapt en komen ze tot een triest einde. In de 19e eeuw moesten schrijvers laten zien dat slecht gedrag uiteindelijk gestraft zou worden. De zeven verhalen zijn verhalen met een moraal.
Max en Moritz
De zeven verhalen
In het eerste verhaal binden de jongens stukjes brood aan touwtjes en leggen die neer waar een oude vrouw, Weduwe Bolte, haar kippen houdt. De kippen proberen elk een stukje brood door te slikken, dat in hun keel blijft steken en ze uiteindelijk in de boom hangen en sterven.
In het tweede verhaal besluit weduwe Bolte, die nog steeds huilt, dat ze de kippen net zo goed kan braden. De jongens pakken hengels, klimmen op het dak en trekken de bradende kippen met hun hengels omhoog. Weduwe Bolte vindt de kippen weg, denkt dat haar hondje ze heeft opgegeten, en geeft het arme hondje een pak slaag.
In het derde verhaal nemen ze een zaag en maken een gat in de kleine houten brug buiten het huis van de kleermaker. Ze schreeuwen naar de kleermaker en schelden hem uit. Hij is woedend en komt naar buiten gerend, de brug breekt en hij valt in de beek. Twee vliegende ganzen redden hem. Hij heeft vreselijke buikpijn, maar zijn vrouw legt een heet strijkijzer op zijn buik en hij voelt zich beter.
In het vierde verhaal doen de jongens buskruit in de pijp van de schoolmeester terwijl hij in de kerk is. Als hij zijn pijp aansteekt, is er een explosie.
In het vijfde verhaal verzamelen de jongens kevers en stoppen ze onder de matras in het bed van hun oom. Midden in de nacht, als de oom slaapt, besluipen de kevers hem. Hij wordt wakker en vecht met ze tot hij ze allemaal heeft gedood.
In het zesde verhaal proberen de jongens krakelingen (Duitse broodjes) uit de bakkerij te stelen, maar ze vallen in de kuip met deeg. De bakker komt binnen en vindt ze. Hij bakt ze in de oven, maar als ze eruit worden gehaald vreten ze zich een weg door het deeg en ontsnappen.
In het zevende verhaal snijden de jongens een gat in de zakken van de boer. Als de molenaar een van die zakken opraapt, beseft hij dat er graan uitloopt. Hij ziet de jongens, stopt ze in de zak en brengt ze naar de molen, waar de molenaar ze tot graan maalt en aan zijn eenden voert.
Een standbeeld in Keulen van Max en Moritz die haasje-over spelen