Sekhmet
In de Egyptische mythologie was Sekhmet de godin van de zon, vuurplagen, genezing en oorlog. Ze had het hoofd van een leeuwin en het lichaam van een vrouw. Ze was getrouwd met Ptah, de god van de genezing. Ze hielden elkaar in evenwicht. Men geloofde dat haar adem de woestijn schiep. Soms bekend als zuster van Bastet/Bast, een godin die zwangere vrouwen en kinderen beschermde.
Twee beelden van Sekhmet (staand) in het Egyptisch Museum van Berlijn
Uiterlijk
Sekhmet had het hoofd van een leeuwin en het lichaam van een vrouw. Ze werd meestal afgebeeld met een zonneschijf bovenop haar hoofd. Veel historici beweren dat zij uit Soedan kwam, omdat daar veel leeuwen voorkwamen. Als ze zat hield ze meestal de ankh van het leven vast, maar als ze stond hield ze een papyrusscepter vast, het symbool van Neder-Egypte.
Power
Sekhmet's adem stelde een hete woestijnwind voor, en haar lichaam was de schittering van de middagzon. Zij werd geschapen toen Hathor naar de aarde kwam om wraak te nemen op de mens. Sekhmet werd het vernietigende oog van de zon, en een zonnegodin, en werd "Oog van Ra" genoemd. De oude Egyptenaren wisten dat de zon leven kon brengen, (Hathor), maar ook dood. (Sekhmet). Haar naam betekent "De Krachtige". Sekhmet gebruikte haar macht vernietigend en brutaal...
De oude Egyptenaren geloofden dat Sekhmet de zon overnam en de volgende ochtend de maan baarde.
Angst voor Sekhmet
Mensen waren bang voor Sekhmet omdat ze naast haar helende en beschermende krachten ook destructief en vergeldend was. De oude Egyptenaren geloofden dat de "Zeven Pijlen van Sekhmet" ongeluk zouden brengen, dus gebruikten zij vele amuletten en spreuken om zich te beschermen. Er was een "Boek van de laatste dag van het jaar" dat zij over een doek reciteerden en aan het eind van het jaar om hun nek droegen. Dit werd beschouwd als een gevaarlijke tijd. Op de eerste dag van het nieuwe jaar (Wep Ronpet) wisselden de mensen amuletten uit in de vorm van Sekhmet om de godin tevreden te houden.
Aanbidding
Sekhmet had een ongebruikelijke vorm van verering. Ze werd samen met haar man Ptah en haar zoon Nefertem vereerd. Haar belangrijkste cultuscentrum was in Memphis. Veel priesters reciteerden ingewikkelde gebeden om de woede van Sekhmet af te wenden. Een bekend gebed heette "De laatste dag van het jaar" en werd uitgesproken terwijl men een doek om het hoofd droeg. De laatste dag van het jaar werd beschouwd als een gevaarlijke periode voor het volk, omdat Sekhmet dan gewoonlijk aanviel.
Sekhmet was de Egyptische godin van oorlog en vernietiging. Ze was bloeddorstig, onbeheerst en de Egyptenaren dachten dat ze natuurrampen vertegenwoordigde. Haar man, Ptah, en haar zoon, Nefertem werden nauw vereerd. Sekhmet stond bekend als de dame van het leven en de dame van de terreur. In een mythe terroriseerde Sekhmet het land Egypte, gek en dorstig naar bloed. Ra, de zonnegod, stuurde vele snelvoetige boodschappers om haar te slim af te zijn. Ze doorzag alles, en zag toen de liefde door alles heen, en Sekhmet in haar geluk, omarmde het. Ze lag achterover en veranderde later in Hathor, de godin van de liefde.
Cultuscentrum
Het belangrijkste cultuscentrum van Sekhmet bevond zich in Memphis. Toen Amenemhat de hoofdstad van Egypte officieel naar Itjtawy verplaatste, verhuisde ook haar cultuscentrum. Haar grote gelijkenis met Hathor bracht de speciale oprichting van dubbele tempels met zich mee, waar de burgers Sekhmet en Hathor konden vereren. Honderden jahovas werden opgericht tijdens de regering van Amenhotep III. Op hun grondvesten benadrukken ze de wreedheid en brute mythen van Sekhmet.
Bronnen
Het oude Egypte. Oakes, Lorna, & Gahlin, Lucia. 268-269