Gregor Mendel

Gregor Johann Mendel (Heinzendorf, Oostenrijk, 20 juli 1822 - Brünn, Oostenrijk-Hongarije, 6 januari 1884) was een Oostenrijkse monnik en botanicus.

Hij legde de grondslag van de genetica door zijn werk met het kruisen van erwtenplanten. Hij ontdekte dominante en recessieve eigenschappen (genen) door de kruisingen die hij uitvoerde op de planten in zijn kas. Wat hij leerde staat vandaag bekend als Mendeliaanse overerving.

Zijn werk werd aanvankelijk niet gewaardeerd, maar werd in 1900 'herontdekt' door Carl Correns en Hugo de Vries. De status van Erich von Tschermak als derde herontdekker is nu minder overtuigend.

De experimenten

Mendel gebruikte de eetbare erwten (Pisum sativum) voor zijn kruisingen. Hij selecteerde zeven kenmerken die onderscheidend waren, en nooit mengden; ze kwamen voor als of-of alternatieven. Voorbeelden: planthoogte (kort of lang); kleur van de erwten (groen of geel); plaats van de bloemen (beperkt tot de top of verspreid over de stengel).

Wanneer hij rassen kruiste die in een eigenschap verschilden (b.v. lang gekruist met kort), vertoonde de eerste generatie hybriden (F1) slechts één van de twee alternatieven. Het ene kenmerk was dominant, het andere recessief. Maar toen hij deze hybriden met elkaar kruiste, kwam het recessieve karakter weer tevoorschijn in de tweede (F2) generatie. De verhouding van planten die het dominante tegenover het recessieve kenmerk vertoonden was bijna 3 tot 1. Verdere analyse van de nakomelingen (F3) van de dominante groep toonde aan dat eenderde daarvan raszuiver was en tweederde van hybride samenstelling. De 3:1 verhouding kon daarom worden herschreven als 1:2:1, wat betekent dat 50 procent van de F2-generatie raszuiver was en 50 procent nog steeds hybride. Dit was Mendel's belangrijkste ontdekking.

Dit alles zou kunnen worden samengevat door te zeggen dat overerving niet vermenging was, zoals Darwin had gedacht, het was deeltjes. De factoren (genen) werden niet samengevoegd of vermengd, zij bleven gescheiden en werden onveranderd doorgegeven aan de volgende generatie.

Hij publiceerde zijn werk in 1866, maar in die tijd zag niemand het belang ervan in. 35 jaar later werden de documenten herontdekt en begon onmiddellijk de moderne genetica.

Verwante pagina's

Vragen en antwoorden

V: Wie was Gregor Johann Mendel?


A: Gregor Johann Mendel was een Oostenrijkse monnik en botanicus die de genetica uitvond.

V: Wat deed Mendel?


A: Mendel kruiste erwtenplanten en ontdekte dominante en recessieve eigenschappen (genen) door zijn experimenten.

V: Wat is Mendeliaanse overerving?


A: Mendeliaanse overerving verwijst naar de principes van overerving van eigenschappen, of genen, die Gregor Mendel ontdekte in zijn experimenten met erwtenplanten.

V: Werd het werk van Mendel meteen gewaardeerd?


A: Nee, het werk van Mendel werd in het begin niet gewaardeerd.

V: Wie herontdekte het werk van Mendel?


A: Het werk van Mendel werd in 1900 "herontdekt" door Carl Correns en Hugo de Vries.

V: Was er een derde herontdekker?


A: Erich von Tschermak werd aanvankelijk beschouwd als een derde herontdekker, maar zijn status is nu minder overtuigend.

V: Wat is het belang van het werk van Mendel?


A: Het werk van Mendel legde de basis voor de moderne genetica en hielp wetenschappers om overervingspatronen in organismen te begrijpen.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3