Homeostase (fysiologie)

Homeostase is zelfregulering, een fundamentele eigenschap van alle zelforganiserende systemen. In de biologie is het het behoud van een stabiele interne omgeving.

Homeostase is het vermogen van het leven om in balans te blijven, wanneer de omgeving verandert. Dieren houden hun lichaam in een stabiele conditie. Dit doen ze door hun innerlijke evenwicht te reguleren. Ze passen bijvoorbeeld hun pH, temperatuur, hoeveelheid zuurstof of kooldioxide in het bloed aan, enzovoort. In levende wezens wordt de studie van hoe ze zich in een stabiele toestand houden, fysiologie genoemd. Meestal werkt onze fysiologie onbewust gedurende het hele leven. We hebben veel negatieve feedbacksystemen die onze fysiologie aanpassen zodat we in leven blijven. Deze systemen zijn zelforganiserend en hoeven niet geleerd te worden. Ze zijn geërfd.

Het concept werd beschreven door Claude Bernard, en de term werd later bedacht door Walter Cannon in 1926, 1929 en 1932. Walter Cannon dacht dat dit de kenmerken van de homeostase waren:

1.      Consistentie in een open systeem, zoals ons lichaam, gebeurt door mechanismen die deze consistentie in stand houden. Dit is gebaseerd op inzichten in de manieren waarop steady states zoals glucoseconcentraties, lichaamstemperatuur en zuur-base-evenwicht werden gereguleerd.

2.      Om een stabiele toestand te behouden, komt elke verandering automatisch overeen met factoren die zich verzetten tegen verandering. Een toename van het bloedzout leidt tot dorst als het lichaam probeert de concentratie zout in de extracellulaire vloeistof te verdunnen.

3.      Het reguleringssysteem dat de homeostase doet, heeft een aantal samenwerkende mechanismen die gelijktijdig of achtereenvolgens in werking treden. Bloedsuiker wordt gereguleerd door insuline, glucagons en andere hormonen die het vrijkomen ervan uit de lever of de opname ervan door de weefsels regelen.

Voorbeelden van homeostase:

  • De werking van een thermostaat
  • De regulering van water en mineralen in het lichaam
  • De regulering van de lichaamstemperatuur: zoogdieren en vogels hebben ingewikkelde systemen die hun lichaamstemperatuur binnen nauwe grenzen houden.

Bij zoogdieren zijn de belangrijkste organen die betrokken zijn bij homeostase:

Het brein staat ook centraal in de homeostase. Het controleert het gedrag, en de basisfunctie van het gedrag is om het leven te ondersteunen door actie te ondernemen.

Gerelateerde pagina's

Vragen en antwoorden

V: Wat is homeostase?


A: Homeostase is de zelfregulering van een stabiel intern milieu bij levende wezens. Het is het vermogen van het leven om in evenwicht te blijven wanneer de omgeving verandert.

V: Wie heeft de term homeostase bedacht?


A: De term werd bedacht door Walter Cannon in 1926, 1929 en 1932.

V: Wat zijn enkele kenmerken van homeostase volgens Walter Cannon?


A: Volgens Walter Cannon impliceert homeostase constantheid in een open systeem zoals ons lichaam, dat in stand wordt gehouden door mechanismen die zich verzetten tegen verandering; elke toename of afname van bepaalde variabelen stuit op factoren die zich daartegen verzetten; en er zijn samenwerkende mechanismen die gelijktijdig of achtereenvolgens optreden om een stabiele toestand te handhaven.

V: Welke organen zijn betrokken bij de homeostase bij zoogdieren?


A: Bij zoogdieren zijn de belangrijkste organen die betrokken zijn bij de homeostase de hypothalamus en de hypofyse, de longen, de huid, de spieren, de nieren, de lever en de pancreas. De hersenen spelen ook een belangrijke rol omdat zij het gedrag controleren dat het leven ondersteunt door actie te ondernemen.

V: Hoe regelen dieren hun innerlijk evenwicht?


A: Dieren regelen hun innerlijk evenwicht door hun pH-waarde, de temperatuur van zuurstof of kooldioxide in het bloed enz. aan te passen.

V: Hoe wordt de studie van hoe levende dingen zichzelf in een stabiele toestand houden genoemd?


A: De studie van hoe levende wezens zichzelf in een stabiele toestand houden, wordt fysiologie genoemd.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3