Ecologie van het vuur

Vuurecologie gaat over de effecten van vuur op de ecosystemen waar het voorkomt. De resultaten van brand worden bestudeerd, en ook wat de oorzaak is van de branden.

In veel ecosystemen helpt vuur om het leefgebied gezond te houden. Voorbeelden van dergelijke habitats zijn de Noord-Amerikaanse prairie en [[chaparral] ecosystemen, en de Zuid-Afrikaanse savanne. In deze ecosystemen helpt vuur de habitat te vernieuwen. Op deze plaatsen hebben veel planten en bomen zich aangepast en hebben ze vuur nodig om goed te kunnen groeien, of om hun zaden te laten ontkiemen en ecologische successie te laten ontstaan.

Als de branden worden gestaakt, stapelen zich droog hout en dode planten op. Struiken en bomen die gemakkelijk vlam vatten, zullen gaan groeien. Als dit gebied uiteindelijk wel vlam vat, zal het wildvuur groter en schadelijker worden en moeilijker te controleren.

In de Verenigde Staten hebben campagnes de mensen doen geloven dat bosbranden altijd slecht zijn voor de natuur. Dit komt voort uit het oude geloof dat ecosystemen groeien naar een stabiel systeem, en verstoringen zoals branden stoppen dat, en vernietigen de harmonie van de natuur. Maar we hebben inmiddels geleerd dat in sommige gebieden brand nodig is om het systeem goed te laten werken; brand helpt ook de biodiversiteit van veel habitats. De planten en dieren in deze habitats hebben zich aangepast om zich tegen brand te beschermen, en moeten soms vuur hebben om te kunnen overleven.

Toch kan vuur mensen doden of gebouwen afbranden. Nu, gecontroleerde brandwonden worden soms gedaan om vuur te hebben waar het nodig is, maar laat het niet gaan waar het schade aan mensen of hun eigendommen kan veroorzaken.

Zoek op letter