Habitat
Een habitat is een gebied waar een bepaalde soort dier, plant of ander soort organisme leeft. Het is de natuurlijke omgeving waarin een organisme leeft, of de fysieke omgeving die een populatie omringt.


Een wild zwijn in zijn natuurlijke omgeving. Deze soort werd gebruikt om varkens te domesticeren
Dierlijke habitats
De meeste dieren leven in één soort omgeving omdat ze daar het best aan aangepast zijn. We zeggen dat ze "aangepast zijn aan deze omgeving". Dieren als kikkers, salamanders, padden en eenden hebben bijvoorbeeld zwemvliezen om hen te helpen in het water te zwemmen. Er zijn veel verschillende soorten habitats en veel verschillende soorten aanpassingen om in elke habitat te passen.
Als de habitat verandert, kan hij niet langer geschikt zijn voor de dieren en planten die er leven. Vanwege de complexe verbanden tussen planten en dieren kan dit veel verschillende gevolgen hebben. Door de klimaatverandering worden sommige habitats warmer en daarom verhuizen veel diersoorten naar koelere gebieden. Maar sommige soorten kunnen zich niet verplaatsen en de populaties worden kleiner. Wetenschappers denken dat 10% van de soorten kan uitsterven door deze veranderingen. Andere habitats zijn gekapt om er landbouwgrond van te maken. In Australië bijvoorbeeld is de afgelopen 210 jaar 80% van de eucalyptusbossen gekapt voor de landbouw. Dit bedreigt het voortbestaan van bosdieren zoals de koala.
Plantenhabitats
Net zoals dieren zich aanpassen aan de plaats waar ze leven, doen planten dat ook. Planten zijn aangepast aan de meest uiteenlopende habitats. Daardoor heeft elke plant bepaalde kenmerken. Sommige zijn aangepast aan het leven op het land, terwijl andere in het water leven. Planten die op het land groeien hebben meestal stijve stengels om ze rechtop te houden, terwijl waterplanten minder stijve stengels hebben omdat het water ze ondersteunt.
Planten die leven in een droog klimaat zoals de woestijn hebben weinig of geen bladeren. Velen, waaronder cactussen, slaan water op als het regent. Hun aanpassingen besparen water. Planten die in de schaduw groeien hebben grote bladeren om zoveel mogelijk zonlicht op te vangen, of ze klimmen naar het licht toe.
Verwante pagina's
- Bereik (biologie)