Ouverture (muziekstuk)

Een ouverture is een muziekstuk voor het orkest om aan het begin van een opera of ballet te spelen. Het woord komt van het Franse woord voor "opening" omdat het de show "opent".

Ouvertures hebben meestal melodieën die tijdens de opera of het ballet te horen zijn. Op deze manier bereidt het het publiek voor op wat er gaat komen.

Veel ouvertures in de 18e eeuw waren gewoon achtergrondmuziek om de aandacht van het publiek te trekken (mensen kletsten vroeger tijdens optredens). Sommige componisten zoals Gioacchino Rossini (1792-1868) gebruikten dezelfde ouverture steeds opnieuw voor zijn volgende opera's, of veranderden er gewoon stukjes van.

Componisten als Christoph Willibald Gluck en later Richard Wagner (1813-1883) waren zeer voorzichtig om van de ouverture een dramatisch begin te maken dat het publiek op het verhaal voorbereidde. Wagner noemde zijn ouvertures vaak "Vorspiel".

Niet alle componisten schreven ouvertures voor hun opera's. Giuseppe Verdi (1813-1901) en Giacomo Puccini (1858-1924) gaan vaak direct in de eerste akte of ze hebben gewoon een heel kort voorspel.

In de 19e eeuw schreven veel romantische componisten concertouvertures. Deze stukken behoorden niet tot een opera of ballet, maar werden alleen geschreven om tijdens concerten te worden gehoord. Ze hadden vaak een beschrijvende titel omdat ze een soort verhaal vertelden, zo schreef Felix Mendelssohn (1809-1847) een ouverture "Fingal's Cave" die de zee beschrijft die in de grot van de Binnen-Hebriden eilanden komt. Soms waren deze beschrijvende stukken veel langer dan een ouverture (die meestal maar een paar minuten duurt), dus werden ze toongedichten genoemd.

Ouvertures worden meestal in sonatevorm gespeeld.

Vragen en antwoorden

V: Wat is een ouverture?


A: Een ouverture is een muziekstuk dat het orkest speelt aan het begin van een opera of ballet. Het woord komt van het Franse woord voor "opening" omdat het de voorstelling "opent". Ouvertures bevatten meestal de melodieën die tijdens de opera of het ballet te horen zullen zijn, en worden gebruikt om het publiek voor te bereiden op wat komen gaat.

V: Hoe gebruikten componisten ouvertures in de 18e eeuw?


A: In de 18e eeuw waren veel ouvertures gewoon achtergrondmuziek om de aandacht van het publiek te trekken (mensen kletsten tijdens voorstellingen). Sommige componisten zoals Gioacchino Rossini (1792-1868) gebruikten steeds weer dezelfde ouverture voor zijn volgende opera's, of veranderden alleen stukjes ervan.

V: Hoe benaderden sommige latere componisten het schrijven van ouvertures?


A: Componisten als Christoph Willibald Gluck en later Richard Wagner (1813-1883) zorgden ervoor dat de ouverture een dramatisch begin was dat het publiek voorbereidde op het verhaal. Wagner noemde zijn ouvertures vaak "Vorspiel".

V: Schreven alle componisten ouvertures?


A: Niet alle componisten schreven ouvertures bij hun opera's. Giuseppe Verdi (1813-1901) en Giacomo Puccini (1858-1924) gaan vaak meteen in de eerste akte of hebben alleen een heel kort voorspel.

V: Wat voor soort stukken schreven romantische componisten in de 19e eeuw?


A: In de 19e eeuw schreven veel romantische componisten concertouvertures. Deze stukken hoorden niet bij een opera of ballet, ze werden gewoon geschreven om tijdens concerten te horen. Ze hadden vaak een beschrijvende titel omdat ze een soort verhaal vertelden, bijv. Felix Mendelssohn (1809-1847) schreef een ouverture "Fingal's Cave" die beschrijft hoe de zee in een grot op de Hebriden komt. Soms waren deze beschrijvende stukken veel langer dan een gewone ouverture, zodat ze in plaats daarvan toongedichten werden genoemd.

V: Welke vorm hebben de meeste Ouvertures?


A: De meeste ouvertures worden meestal in sonatevorm gespeeld.

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3