1066
1066 was een jaar dat grote veranderingen in Engeland bracht. Het land had vier koningen gedurende het jaar. Het jaar begon onder Angelsaksische heerschappij, en eindigde onder Normandische heerschappij. Dit was de enige keer sinds Romeins Brittannië dat het hele land met succes werd binnengevallen.
Er waren vier koningen gedurende het jaar: Edward de Belijder (tot 5 januari 1066), Harold Godwinson (tot 14 oktober 1066), Edgar de Ætheling (tot 10 december 1066), en tenslotte Willem I, hertog van Normandië.
Gebeurtenissen
- 6 januari - Harold II gekroond tot koning van Engeland
- 25 september - Harold II verslaat Tostig en Harald Hardraada in de Slag bij Stamford Bridge. Tostig en Harald Hardraada worden gedood
- 14 oktober - Bij de Slag bij Hastings verslaat Willem de Veroveraar (hertog van Normandië) Harold. Harold wordt gedood. In Engeland luidt dit het begin van de Middeleeuwen in.
- De Vikinghaven Hedeby, een stad aan de Oostzee, wordt verwoest door Slaven.
Overleden
- 4 of 5 januari - Koning Edward de Belijder van Engeland sterft
- 25 september - gesneuveld bij de Slag om Stamford Bridge:
- Koning Harald III van Noorwegen (geb. 1015)
- Tostig Godwinson, Graaf van Northumbria
- 14 oktober - gesneuveld bij de Slag van Hastings:
- Koning Harold II van Engeland
- Leofwine Godwinson, broer van koning Harold II
- Gyrth Godwinson, broer van koning Harold II
- Johannes Scotus (bisschop van Mecklenburg (Johannes Skotus) (geboren rond 990)
- 10 November - Geofferd aan Radegast: