Hersenzenuw
Een hersenzenuw is elke zenuw die rechtstreeks aan de hersenen of de hersenstam is verbonden. Dit is anders dan spinale zenuwen die aan segmenten van het ruggenmerg zijn verbonden. De hersenzenuwen geven informatie directer door tussen de hersenen en het lichaam (meestal delen van het hoofd en de nek).
Elke hersenzenuw bestaat als een paar en is aanwezig aan beide zijden van het centrale zenuwstelsel. Alle hersenzenuwen komen voor boven de eerste nekwervel (halswervel).
Bij de mens zijn er twaalf hersenzenuwparen. Ze zijn genummerd met Romeinse cijfers I-XII, gebaseerd op hun volgorde van de voorkant van de hersenen naar de achterkant, waar de hersenstam zich bevindt.
Schedelzenuwen met labels
Functie
De hersenzenuwen zorgen voor motorische en sensorische stimulatie, hoofdzakelijk van plaatsen in het hoofd en de nek. Deze zintuiglijke prikkeling omvat gewaarwordingen zoals temperatuur, tast, smaak, zicht, reuk, evenwicht en gehoor.
Geur (I)
De reukzenuw (CN 1) zendt informatie over geuren van de neus naar de hersenen. In de hersenen wordt deze informatie verwerkt en omgezet in olfactie, oftewel ons reukvermogen. De reukzenuw is een afferente sensorische zenuw, wat betekent dat hij informatie van de buitenwereld opneemt en naar het centrale zenuwstelsel zendt.
Structuur
De reukzenuw is de kortste hersenzenuw. Het is een van de twee hersenzenuwen die niet in verbinding staan met de hersenstam, de andere is de oogzenuw (CN 2).
De reukzenuw is niet slechts één zenuw, maar een groep neuronen die samenwerken om dezelfde taak uit te voeren. De reukneuronen beginnen vertakt in de neusholte. Van hieruit reiken ze door het dak van de neusholte naar boven en maken verbinding met de bulbus olfactorius.
De reukzenuw is uniek omdat het de enige hersenzenuw is die delen van zichzelf kan regenereren als hij beschadigd is.
Pad van gevoel
Geurmoleculen, aromaten genaamd, komen via de neus in de neusholte terecht. Hier worden ze gedetecteerd door olfactorische neuronen. Deze neuronen zijn vertakt langs de bekleding van de neusholte. Olfactorische neuronen nemen het signaal van de geurmoleculen op en maken elektrische signalen die actiepotentialen worden genoemd. De actiepotentialen bewegen zich langs de reukneuronen omhoog door het dak van de neusholte, ook wel de spleetplaat genoemd. Na het passeren van de cribiforme plaat sturen de olfactorische neuronen de actiepotentialen naar de bulbus olfactorius. Van hieruit worden signalen door het reukorgaan naar verschillende delen van de hersenen gestuurd. Sommige signalen worden bijvoorbeeld naar de frontale kwab gestuurd, waar geuren worden geïdentificeerd en gelabeld.
Schade aan dit pad kan anosmie veroorzaken, of verlies van het vermogen om te ruiken.
Visie (II)
De oogzenuw (CN II) geeft visuele informatie door van het netvlies naar de hersenen.
Oogbeweging (III, IV, VI)
De oculomotorische zenuw (CN III) bestuurt de meeste spieren die te maken hebben met de beweging van het oog, waaronder de oogleden en de controle van de pupil. De n. trochlear (CN IV) en de n. abducens (CN VI) zijn elk verantwoordelijk voor hun eigen afzonderlijke oogspieren.
Gevoel in het gezicht, beweging van de kaak (V)
De nervus trigeminus (CN V) wordt "trigeminus" genoemd omdat hij uit 3 delen bestaat. Samen zijn al deze delen verantwoordelijk voor het gevoel in het gezicht en de grotere bewegingen in het gezicht, zoals bijten en kauwen.
Gezichtsuitdrukking (VII)
De aangezichtszenuw (CN VII) bestuurt de spieren van de gezichtsuitdrukking en helpt bij het overbrengen van smaakgewaarwordingen van het achterste van de tong en de mond.
Gehoor en evenwicht (VIII)
De nervus vestibulocochlearis (CN VIII) zendt geluids- en evenwichtsinformatie van het binnenoor door naar de hersenen.
Mondgevoel, smaak en speekselvloed (IX)
De nervus glossopharyngeus (CN IX) is een gemengde zenuw die een breed scala van sensorische en motorische informatie doorgeeft.
Controle van hart en spijsvertering (X)
De nervus vagus (CN X) zorgt voor de parasympathische controle van het hart en het spijsverteringskanaal. Het is de langste zenuw van het autonome zenuwstelsel in het menselijk lichaam.
Schouderheffing en draaien van het hoofd (XI)
De nervus accessivus (CN XI) is een hersenzenuw die de spieren sternocleidomastoideus en trapezius aanstuurt.
Tongbeweging (XII)
De hypoglossale zenuw (CN XII) is betrokken bij het controleren van de tongbewegingen die nodig zijn voor het spreken en slikken.
Anatomie van het hoofd met reukzenuw, met inbegrip van labels voor de neusholte, reukzenuwen, spleetplaat, reukbol en reukorgaan
Routes uit de hersenen
Na het verlaten van de hersenen, reizen de hersenzenuwen binnen de schedel. Sommige moeten dit benige compartiment verlaten om hun bestemming te bereiken. Vaak gaan de zenuwen door gaten in de schedel, die foramina worden genoemd. Andere zenuwen gaan door benige kanalen, langere, door bot omsloten paden. Deze foramina en kanalen kunnen meer dan één hersenzenuw bevatten, en kunnen ook bloedvaten bevatten.
Verwante pagina's
- Neuron
- Centraal zenuwstelsel
- Hersenstam
Vragen en antwoorden
V: Wat is een hersenzenuw?
A: Een hersenzenuw is een zenuw die direct verbonden is met de hersenen of hersenstam.
V: Waarin verschilt de aanhechting van hersenzenuwen van ruggenmergzenuwen?
A: Ruggenmergzenuwen zitten vast aan segmenten van het ruggenmerg, terwijl hersenzenuwen direct aan de hersenen of hersenstam vastzitten.
V: Tussen welke delen van het lichaam geven hersenzenuwen het meest informatie door?
A: De hersenzenuwen geven vooral informatie door tussen delen van het hoofd en de nek.
V: Hoeveel paar hersenzenuwen zijn er bij mensen?
A: Bij mensen zijn er twaalf paar hersenzenuwen.
V: Waar komen alle hersenzenuwen in het lichaam voor?
A: Alle hersenzenuwen komen voor boven de eerste nekwervel (halswervel).
V: Hoe worden de hersenzenuwen genummerd?
A: De hersenzenuwen zijn genummerd met Romeinse cijfers I-XII, gebaseerd op hun volgorde van de voorkant van de hersenen naar de achterkant, waar de hersenstam zich bevindt.
V: Zijn er hersenzenuwen aan beide kanten van het centrale zenuwstelsel?
A: Ja, elke hersenzenuw bestaat als paar en is aanwezig aan beide zijden van het centrale zenuwstelsel.