Mutatie (biologie)
In de biologie is een mutatie een verandering in het genetisch materiaal. Dit betekent veranderingen in het DNA of in de chromosomen die het DNA dragen. Deze veranderingen zijn erfelijk (kunnen worden doorgegeven aan de volgende generatie), tenzij ze dodelijke gevolgen hebben.
Mutaties kunnen om verschillende redenen optreden. Het kan gebeuren door fouten bij de meiose die de gameten (eicellen en sperma) produceert. Schade door straling, of door bepaalde chemicaliën kunnen mutaties veroorzaken. Mutaties treden willekeurig op.
Ook kan, door afleiding, een individu dat de mutatie draagt, een mutant of een mutatie worden genoemd. Dat geldt ook voor de eigenschap (het karakter) die het duidelijkst door de mutatie wordt beïnvloed.
Tijdens de DNA-replicatie kunnen soms fouten optreden.
Chromosoom mutaties
Soorten mutatie
DNA-mutaties
Wanneer DNA wordt gekopieerd, worden er soms fouten gemaakt - deze worden mutaties genoemd. Er zijn vier hoofdtypen mutaties:
- Deletie, waarbij één of meer DNA-basen worden weggelaten.
- Invoeging, waarbij één of meer extra honken worden ingebracht.
- Substitutie, waarbij een of meer basen worden vervangen door een andere base in de sequentie.
- Duplicatie, waarbij hele genen worden gekopieerd.
Chromosoom mutaties
Deze termen worden uitgelegd in het derde diagram.
- Deletie: een stuk chromosoom gaat verloren, samen met de genen die er eventueel op liggen.
- Duplicatie: een deel van een chromosoom wordt herhaald
- Inversie: een deel van een chromosoom is omgekeerd van eind tot eind
- Invoeging: een kleiner chromosoom wordt toegevoegd aan een langer chromosoom
- Translocatie: een deel van een chromosoom wordt verplaatst naar een ander chromosoom
Gen duplicatie veroorzaakt verschillende lengtes op een enkele locus (allel). Toont variatie in één gen bij zes individuen
Resultaten van mutatie
Mutaties kunnen slecht zijn voor het organisme, of neutraal, of het organisme ten goede komen. Soms zijn mutaties fataal voor het organisme - het eiwit dat door het "nieuwe" DNA wordt gemaakt, werkt helemaal niet, waardoor het embryo sterft. Aan de andere kant gaat de evolutie vooruit door mutaties, wanneer de nieuwe versie van het eiwit beter werkt voor het organisme.
Mutaties zijn de ultieme bron van variatie, waarop natuurlijke selectie inwerkt. Sommige mutaties beïnvloeden het vermogen van het organisme om te leven en zich voort te planten. Dit is een belangrijk onderdeel van de evolutietheorie. De hoeveelheid erfelijke variatie in een populatie kan enorm zijn, en als gevolg daarvan kunnen natuurlijke populaties veranderen en zich aanpassen aan de omstandigheden in hun omgeving.
Vragen en antwoorden
V: Wat is een mutatie in de biologie?
A: Een mutatie is een verandering in het genetisch materiaal, hetzij in het DNA of in de chromosomen die het DNA dragen.
V: Wat zijn de erfelijkheidseffecten van mutaties?
A: Tenzij ze dodelijke effecten hebben, zijn mutaties erfelijk en kunnen ze aan de volgende generatie worden doorgegeven.
V: Wat zijn de redenen voor mutaties?
A: Mutaties kunnen ontstaan door fouten tijdens de meiose wanneer gameten (eicellen en zaadcellen) worden geproduceerd, of door schade door straling of bepaalde chemicaliën.
V: Zijn mutaties voorspelbaar?
A: Mutaties gebeuren willekeurig en zijn niet voorspelbaar.
V: Hoe wordt een individu met een mutatie genoemd?
A: Een individu met een mutatie kan een mutant of een mutatie genoemd worden.
V: Welke eigenschap wordt het duidelijkst beïnvloed door een mutatie?
A: Welke eigenschap of welk karakter het duidelijkst door een mutatie beïnvloed wordt, hangt af van de specifieke mutatie in kwestie.
V: Wat is het belang van mutaties in de evolutie?
A: Mutaties zijn de ultieme bron van genetische variatie en zijn belangrijk bij het aansturen van evolutionaire verandering.