Paulinus van York
Paulinus (ook St. Paulinus) (gestorven in 644) was de eerste bisschop van York. Hij werd door de paus benoemd tot aartsbisschop van York, maar had Northumbria verlaten voordat het nieuws hem bereikte. Vervolgens werd hij bisschop van Rochester, in Kent. Na zijn dood werd hij als heilige vereerd.
St. Paulinus van York (midden), met St. Aidan van Lindisfarne (links) en St. Cuthbert van Lindisfarne (rechts). Van de kerk van All Saints Pavement in York
Vroege carrière
Paulinus was een monnik die in Rome woonde toen hij in 601 door paus Gregorius I naar Brittannië werd gestuurd. Hij maakte deel uit van een groep missionarissen die waren uitgezonden om Augustinus te helpen bij zijn missie als eerste aartsbisschop van Canterbury. Er is weinig bekend over Paulinus in Kent. Maar 24 jaar later was hij kapelaan van Ethelberga van Kent, dochter van koning Athelbert I van Kent. Zij was ten huwelijk beloofd aan koning Edwin van Northumbria. Om met een christelijke vrouw te kunnen trouwen, beloofde hij dat hij zou overwegen zich zelf tot het christendom te bekeren. Als onderdeel van de overeenkomst kwam haar kapelaan Paulinus met haar mee naar Northumbria. Voordat hij in 625 Canterbury verliet, werd Paulinus door Justus, aartsbisschop van Canterbury, tot bisschop gewijd.
Bisschop van York
Paulinus was de eerste bisschop van York. Hij had het eerste jaar weinig succes met het bekeren van de heidenen. In 626 werd een moordenaar genaamd Eumer door Cwichelm van Wessex gestuurd om koning Edwin te vermoorden. Eumer vond de koning op zijn koninklijk landgoed aan de rivier de Derwent op eerste paasdag. Hij deed alsof hij een boodschap van zijn meester had en mocht de koning zien. Hij liet een tweesnijdend mes behandelen met gif en probeerde koning Edwin aan te vallen. Maar hij doodde de thane van de koning en wist alleen de koning te verwonden. Die avond werd zijn eerste kind geboren, een dochter genaamd Eanfled. Ten overstaan van bisschop Paulinus bad koning Edwin tot zijn goden als dank voor de veilige geboorte van zijn kind. Paulinus vertelde hem dat het zijn gebeden tot God waren die de koningin een veilige en vrijwel pijnloze bevalling bezorgden. De koning was erg blij met deze uitleg en deed Paulinus een belofte. Als God hem een overwinning zou schenken op zijn vijanden die hem probeerden te vermoorden, zou hij het christendom aanvaarden en zich laten dopen. Als garantie voor zijn belofte liet hij zijn pasgeboren dochter christen worden. Zij was de eerste van de Northumbrians die gedoopt werd. De doop vond plaats met Pinksteren en tijdens de ceremonie werden ook verschillende leden van de koninklijke familie gedoopt.
Edwin zelf wachtte met dopen tot na zijn veldtocht tegen de West-Saksen. Edwin trok Wessex binnen en bestrafte degenen die hadden geprobeerd hem te vermoorden. Hoewel Cwichelm nog leefde keerde hij terug naar Northumbria. Edwin laat het heidense heiligdom in Goodmanham vernietigen. In 627 liet Edwin zich samen met alle edelen van zijn koninkrijk dopen tot het christelijk geloof. Paulinus reisde vervolgens door heel Northumbria om de mensen te bekeren. Hij bouwde een stenen kerk in Drewsbury. Paulinus reisde ook naar Lindsey en liet een kerk bouwen in Lincoln. De paus in Rome hoorde van het grote succes in Northumbria. Hij besloot York te verheffen van een bisdom tot een aartsbisdom met Paulinus als eerste aartsbisschop van York. Maar het pallium bereikte Paulinus blijkbaar niet op tijd. Bij de Slag bij Hatfield Chase werd koning Edwin gedood door Cadwallon en Penda. Paulinus vluchtte samen met koningin Ethelberga en haar kinderen naar het zuiden, naar Kent. Paulinus werd toen bisschop van Rochester in Kent. Bisschop Paulinus stierf op 10 oktober 644.