William James
William James (1842-1910) was een Amerikaans psycholoog en filosoof. Hij was een origineel denker in de fysiologie, psychologie en filosofie. Zijn belangrijkste werk was een boek van twaalfhonderd pagina's dat ons ideeën gaf als de "gedachtestroom". William was de broer van de romanschrijver Henry James.
William James
Epistemologie
James was een pragmaticus. Hij definieerde ware overtuigingen als die welke nuttig zijn voor de gelovige. Waarheid is verifieerbaar (toetsbaar) wanneer gedachten en uitspraken overeenkomen met werkelijke dingen, en ook "samenhangen", zoals puzzelstukjes in elkaar passen. Deze "waarheden" worden bevestigd door de waargenomen resultaten bij het in praktijk brengen ervan. p427
"De oudste delen van de waarheid... waren ooit plastisch. Ze werden waar genoemd om menselijke redenen... Zuiver objectieve waarheid..., is nergens te vinden... De redenen waarom we dingen waar noemen is de reden waarom ze waar zijn, want 'waar zijn' betekent alleen deze huwelijksfunctie vervullen." schreef hij. De "huwelijks-functie" is het "trouwen van eerdere delen van ervaring met nieuwere delen".p83
James had een wereldbeeld dat aansloot bij het pragmatisme en verklaarde dat de waarde van elke waarheid afhing van het nut ervan voor de persoon die haar bezat. De wereld is een mozaïek van uiteenlopende ervaringen die alleen begrepen kunnen worden door "radicaal empirisme". Radicaal empirisme, niet verwant aan het alledaagse wetenschappelijke empirisme, stelt dat de wereld en de ervaring nooit kunnen worden stilgezet voor een volledig objectieve analyse. De geest van de waarnemer en de eenvoudige handeling van de waarneming zullen de uitkomst van elke empirische benadering van de waarheid beïnvloeden. De geest, zijn ervaringen en de natuur kunnen niet gescheiden worden. James' nadruk op diversiteit als de standaard menselijke conditie heeft een sterke invloed behouden in de Amerikaanse cultuur, vooral onder liberalen. James' beschrijving van de verbinding tussen geest en wereld, die hij omschreef als een "stream of consciousness", had een direct en belangrijk effect op de avant-garde en modernistische literatuur en kunst.
In What pragmatism means schrijft James dat het centrale punt van zijn eigen waarheidsleer, in het kort, is dat "Waarheden ontstaan uit feiten, maar ze duiken weer op in feiten en vullen ze aan; welke feiten weer nieuwe waarheid creëren of onthullen (het woord is onverschillig) en zo oneindig verder. De 'feiten' zelf zijn ondertussen niet waar. Ze zijn er gewoon. Waarheid is de functie van de overtuigingen die ermee beginnen en eindigen".