Niko Tinbergen
Nikolaas 'Niko' Tinbergen (15 april 1907 - 21 december 1988) was een Nederlandse etholoog en ornitholoog die in 1973 samen met Karl von Frisch en Konrad Lorenz de Nobelprijs voor fysiologieof geneeskunde won. Hun ontdekkingen gingen over individuele en sociale gedragspatronen, en hoe die tot stand komen.
In de jaren zestig werkte Niko mee aan een reeks wildlife films, waaronder The Riddle of the Rook (1972) en Signals for Survival (1969), die in dat jaar de Italia prijs won en in 1971 de Amerikaanse blue ribbon.
Aspecten van zijn leven
Niko, die twee eminente broers had, Luuk en Jan, was een krijgsgevangene tijdens deTweede Wereldoorlog. Zijn ervaring als krijgsgevangene van de Nazi's leidde tot enige wrijving met de intellectuele medewerker Konrad Lorenz, en het duurde verscheidene jaren voordat de twee zich verzoenden.
Na de oorlog verhuisde Tinbergen naar Engeland, waar hij lesgaf aan de Universiteit van Oxford. Hij bleef in Engeland voor de rest van zijn leven. Verscheidene van zijn afstudeerders uit Oxford werden later vooraanstaande biologen, onder wie Richard Dawkins, Marian Dawkins, Desmond Morris, en Iain Douglas Hamilton. Hij trouwde met Elisabeth Rutten en zij kregen vijf kinderen.
Supernormale stimuli
Het onderzoek van Tinbergen richtte zich op wat hij supernormale stimuli noemde. Dit was het concept dat een kunstmatig voorwerp een instinct sterker kon aanwakkeren dan het natuurlijke voorwerp waarvoor het instinct oorspronkelijk was geëvolueerd.
Hij construeerde gipsen eieren om te zien op welke een vogel het liefst ging zitten, waarbij hij vaststelde dat de vogels die eieren kozen die groter waren, een duidelijker tekening hadden, of een meer verzadigde kleur - een daglicht-helder ei met zwarte stippen werd verkozen boven de vale, gevlekte eieren van de vogel zelf.
Tinbergen ontdekte dat territoriale mannetjes stekelbaarsjes een houten vismodel krachtiger zouden aanvallen dan een echt mannetje als de onderkant roder was. Hij construeerde kartonnen dummy vlinders met meer gedefinieerde markeringen waarmee mannelijke vlinders zouden proberen te paren in voorkeur tot echte vrouwtjes. De superstimulus liet door zijn overdrijving duidelijk zien welke kenmerken de reactie uitlokten.
Vier Vragen
Hij is bekend om de vier vragen die volgens hem moeten worden gesteld bij elk dierlijk gedrag, namelijk:
Proximate mechanismen:
- 1. Causatie (Mechanisme): wat zijn de stimuli die de respons uitlokken, en hoe is deze gewijzigd door recent leren?
- 2. Ontwikkeling (ontogenie): hoe verandert het gedrag met de leeftijd, en welke vroege ervaringen zijn nodig om het gedrag te vertonen?
Ultieme mechanismen:
- 3. Evolutie (fylogenie): hoe verhoudt het gedrag zich tot soortgelijk gedrag bij verwante soorten, en hoe kan het zijn ontstaan?
- 4. Functie (aanpassing): hoe beïnvloedt het gedrag de overlevings- en voortplantingskansen van het dier?
Autisme
Niko gaf zijn Nobellezing over autisme bij kinderen, waar hij en zijn vrouw al enige tijd onderzoek naar deden.