Lineair Aardewerk cultuur
De lineaire aardewerkcultuur was een belangrijke cultuur in het neolithicum (latere steentijd) van Europa. Het was van 5500-4500 voor Christus. Ze wordt afgekort als LBK en staat ook bekend als de Lineaire Bandaardewerk, Lineaire Waarden, Lineaire Keramiek of Ingesneden Waarden cultuur.
Het meeste bewijs voor de cultuur ligt in Centraal-Europa. Het is belangrijk bewijs voor de vroege landbouw in Europa. Het aardewerk waarnaar het is genoemd bestaat uit eenvoudige kopjes, kommen, vazen en kannen, zonder handvatten. Ze werden gemaakt als keukengerei, of om eten en drinken in te vervoeren. De potten hadden lijnpatronen erop.
Kaart van het Europese neolithicum op 4500-4000 v.C., met in helder geel en groen in het midden de lineaire aardewerkcultuur, over wat nu Duitsland en Tsjechië is.
Lineair aardewerk. De lijnen op dit aardewerk geven de Lineaire Aardewerk cultuur zijn naam.
Landbouw
Het LBK-volk leefde over een periode van 1000 jaar, lang voor de Bronstijd en verbouwde gewassen als tarwe, linzen en erwten. Ze hielden ook koeien en honden, en jaagden soms in de bossen om hen heen op andere dieren, zoals herten.
Voedsel en gezondheid
Hun dieet bevatte waarschijnlijk niet genoeg energie voor hen, want ze werden vaak niet zo groot als de mensen die voor hen kwamen, of als mensen nu. Dit kan ook te maken hebben met ziekten, die zich gemakkelijker verspreiden in een dorp dan wanneer mensen zich veel verplaatsen en weinig andere mensen zien, zoals vóór het neolithicum. Mensen in de LBK-cultuur stierven waarschijnlijk vrij jong, in de twintig of dertig, en veel van hun kinderen stierven voordat ze volwassen waren. Als iemand erg ziek was en veel pijn had, hadden de LBK-ers misschien toegang tot opium, die hen niet beter maakte maar de pijn wegnam. Ze wisten waarschijnlijk hoe ze sommige ziekten beter konden maken door wilde kruiden als medicijn te gebruiken.
Religie
Het LBK volk vereerde waarschijnlijk een moedergodin, die de vruchtbaarheid van het land dat zij bewerkten vertegenwoordigde.
Gereedschap
Omdat dit vóór het bronzen of ijzeren tijdperk was, waren er geen metalen gereedschappen, en alles wat de LBK bezaten was gemaakt van steen, hout en planten (zoals vlas dat tot kleding kon worden verwerkt, en dingen die van dieren konden worden verkregen (zoals leer of bont). Ze hadden zelfs sikkels, die worden gebruikt om gras te kappen en die bestaan uit halve maanvormige bladen met een handvat dat van één kant afkomt; die van hen waren echter van hout met scherpe stenen punten erin gelijmd om te snijden.
Huisvesting
Het LBK-volk woont in rechthoekige langhuizen, en bij het opgraven van een gebied zijn vaak meerdere clusters van ongeveer 6 van deze langhuizen te zien. De mensen in nabijgelegen clusters van huizen kenden elkaar waarschijnlijk en deelden of ruilden hun goederen. Hun huizen waren gemaakt van hout, modder en stro en ze lieten er misschien ook hun dieren in verblijven.
Oorlog
Sommige LBK-nederzettingen hebben palissades, of lange muren om zich heen, om zich te verdedigen tegen andere mensen die hen zouden kunnen aanvallen. Er zijn ook enkele skeletten van LBK mensen die eruit zien alsof ze gestorven zijn aan gevechtsverwondingen, en sommigen zien eruit alsof ze zelfs zijn opgegeten door kannibalen. Hieruit blijkt dat er veel oorlog was tussen groepen in de buurt.
Belangrijke plaatsen zijn Nitra in Slowakije; Bylany in Tsjechië; Langweiler en Zwenkau in Duitsland; Brunn am Gebirge in Oostenrijk; Elsloo, Sittard, Köln-Lindenthal, Aldenhoven, Flomborn en Rixheim aan de Rijn; Lautereck en Hienheim aan de Boven-Donau; Rössen en Sonderhausen aan de Midden-Elbe.
De opgravingen in Oslonki in Polen hadden een grote versterkte nederzetting. Er waren bijna 30 longhouses en meer dan 80 graven. Dit maakt het een van de rijkste nederzettingen in archeologische vondsten uit heel Midden-Europa.
