Fenotype

Het fenotype van een organisme is de hele reeks karakters (of eigenschappen) van dat organisme.

Het betekent niet alleen 'wat je aan de oppervlakte kunt zien'. Het betekent veeleer alles wat met geschikte middelen zichtbaar kan worden gemaakt. Bloedgroepen zijn bijvoorbeeld zeker een onderdeel van het fenotype. Ze zijn echter niet alleen zichtbaar door naar een persoon te kijken.

In de biologie wordt het fenotype onderscheiden van het genotype. Dit werd voorgesteld door Wilhelm Johannsen in 1911 om het verschil duidelijk te maken tussen de erfelijkheid van een organisme en wat die erfelijkheid oplevert. Het onderscheid is vergelijkbaar met dat van August Weismann, die onderscheid maakte tussen kiemplasma (gameten of hun stamcellen) en somatische cellen (het lichaam).

Het fenotype is belangrijk omdat het wordt blootgesteld aan natuurlijke selectie:

"Van Darwin tot heden beschouwen de meeste evolutionisten het individuele organisme als het belangrijkste object van selectie. Eigenlijk is het het fenotype dat het deel van het individu is dat "zichtbaar" is voor selectie". Ernst Mayr

Fenotypes worden vooral bepaald door genen en worden beïnvloed door omgevingsfactoren. Het kennen van het genoom van een organisme geeft dus geen exacte voorspelling van het fenotype.

Kenmerken variëren sterk in hoeveel ze te danken hebben aan erfelijkheid (natuur vs. opvoeding). De interactie tussen genotype en fenotype is vaak geconceptualiseerd door de volgende relatie:

Individuen in de weekdiersoort Donax variabilis vertonen uiteenlopende kleuren en patronen in hun fenotypen.Zoom
Individuen in de weekdiersoort Donax variabilis vertonen uiteenlopende kleuren en patronen in hun fenotypen.

Uitbreidingen

De term 'fenotype' moet kenmerken bevatten die zichtbaar kunnen worden gemaakt door een bepaalde technische procedure (zoals bloedgroepen). Een andere uitbreiding voegt gedrag toe aan het fenotype omdat gedrag ook beïnvloed wordt door zowel genotypische als omgevingsfactoren.

Het idee van het uitgebreide fenotype is ontwikkeld door Richard Dawkins om alle effecten te betekenen die een gen heeft op de buitenwereld die zijn kansen om geërfd te worden kunnen beïnvloeden. Dit kunnen effecten zijn op het organisme dat de eigenschap draagt, het milieu of andere organismen. Een beverdam kan bijvoorbeeld worden beschouwd als een fenotype van beverbloedingsgenen, net zoals de krachtige snijtanden van bevers een fenotype-uitdrukking zijn van hun genen. Dawkins noemt ook het effect van een organisme op het gedrag van een ander organisme (zoals de toegewijde verzorging van een koekoek door een ouder die duidelijk van een andere soort is) als voorbeeld van het uitgebreide fenotype.

Gerelateerde pagina's

Vragen en antwoorden

V: Wat is het fenotype van een organisme?


A: Het fenotype van een organisme is het geheel van eigenschappen of kenmerken waaruit het organisme bestaat. Het omvat zowel zichtbare als niet-zichtbare kenmerken, zoals bloedgroepen.

V: Wat is het verschil tussen fenotype en genotype?


A: Het fenotype verwijst naar de fysieke kenmerken van een organisme, terwijl het genotype verwijst naar de genetische samenstelling. Het genotype bepaalt wat een bepaald fenotype zal zijn, maar omgevingsfactoren kunnen het ook beïnvloeden.

V: Wie heeft het onderscheid voorgesteld tussen kiemplasma en somatische cellen?


A: August Weismann stelde het onderscheid voor tussen kiemplasma (geslachtscellen of hun stamcellen) en somatische cellen (het lichaam).

V: Waarom is het fenotype belangrijk in de biologie?


A: Het fenotype is belangrijk omdat het blootstaat aan natuurlijke selectie; het is waar selectie op inwerkt bij het bepalen welke individuen overleven en zich voortplanten.

V: Hoeveel hangen fenotypes af van erfelijkheid versus omgeving?


A: Eigenschappen verschillen sterk in de mate waarin zij te danken zijn aan erfelijkheid (nature vs. nurture). Erfelijkheid speelt een grote rol bij het bepalen van fenotypes, maar omgevingsfactoren kunnen ook van invloed zijn.


V: Welke relatie wordt gebruikt om de interactie tussen genotype en fenotype te beschrijven?


A: De relatie tussen genotype en fenotype wordt vaak omschreven als "nature vs. nurture". Dit betekent dat erfelijkheid een grote rol speelt bij het bepalen van fenotypes, maar dat ook omgevingsfactoren van invloed kunnen zijn.

V: Wie zei dat "het fenotype het deel van het individu is dat 'zichtbaar' is voor selectie"?


A: Ernst Mayr zei dat "het fenotype het deel van het individu is dat 'zichtbaar' is voor selectie".

AlegsaOnline.com - 2020 / 2023 - License CC3